De Maleisische islamistenorganisatie Perkasa ziet af van haar oproep Bijbels te verbranden. Ook het vorige week aangekondigde 'bijbelverbrandingsfestival' gaat niet door, meldt KNA.

"Wij plannen geen bijbelverbrandingen meer", verklaarde Perkasaleider Syed Hassan zondag tegenover de onafhankelijke internetkrant Malaysia Insider.

Eerder had Perkasa opgeroepen alle bijbels waarin het woord God met Allah vertaald staat te verbranden. Dat leidde tot een storm van verontwaardiging. Oppositieleider Anwar Ibrahim noemde het initiatief een "extremistische daad, die alle Maleisiërs, ook de moslims, moeten afwijzen."

Het Ministerie voor Godsdienst gooide vrijdag olie op het vuur met een publicatie waarin werd gesteld dat de vertaling van God door Allah een poging is van de "vijanden van de Islam" moslims "van hun geloof af te brengen".

Het gebruik van het woord Allah voor God door niet-moslims is al jaren inzet van een felle juridische strijd tussen christenen en de Maleisische overheid. In 2008 kon de Engelstalige katholieke krant The Herald met moeite een verschijningsverbod voorkomen. Hoewel het hooggerechtshof in 2009 bepaalde dat moslims niet het alleenrecht hebben op het gebruik van het woord Allah, blijft het de gemoederen bezighouden. Na het bekend worden van het vonnis werden brandaanslagen gepleegd op kerken.

De christenen wijzen erop dat het woord Allah ver voor Mohammed in het Midden-Oosten gebruikt werd om het Opperwezen aan te duiden. Christenen hebben nooit moeite gehad met dat woord. Moslims menen dat christenen bewust het woord Allah gebruiken om hen in verwarring te brengen. Na het oordeel van het Hooggerechtshof is een partij van 35.000 bijbels in het Maleis in beslag genomen. Die mochten alleen verspreid worden indien er een stempel 'Alleen voor christenen' op werd gedrukt.

61% van de 28,3 miljoen Maleisiërs is moslim. De christenen vormen met 9% een religieuze minderheid.