-

Mensenrechten in Maleisië

•  Mensenrechten in Maleisië, 2000
•  Mensenrechten in Maleisië, 2001/2002
•  Mensenrechten in Maleisië, 2003
•  Mensenrechten in Maleisië, 2004
•  Mensenrechten in Maleisië, 2005
•  Mensenrechten in Maleisië, 2006


Mensenrechten in Maleisie, 2000Omhoog

Staatshoofd: Salahuddin Abdul Aziz Shah Alhaj
Regeringsleider: Mahathir bin Mohamad
Doodstraf: wordt gehandhaafd

De autoriteiten lieten op politieke gronden vooraanstaande leden van oppositiepartijen strafrechtelijk vervolgen. Voor­malig vice-premier Anwar Ibrahim en zijn medebeschuldigde Sukma Darmawan werden na een oneerlijk proces veroordeeld wegens sodomie. De politie maakte met geweld een eind aan betogingen voor Anwar en voor politieke hervormingen (reforma­si). Vermeende gevallen van mishandeling van gedetineerden door de politie zijn niet naar behoren onderzocht. Twee mensen zijn terechtgesteld en ten minste dertien mensen zijn ter dood veroordeeld.

Achtergrond
Premier Mahathir bleef stevig in het politieke zadel na de verkiezingsoverwinning van de regeringscoalitie in november 1999 en de langdurige spanningen die waren veroor­zaakt doordat Anwar in 1998 werd ontslagen en aangeklaagd. Toch bleven de autoriteiten wetten toepassen die de vrijheid van menings­uiting, vereniging en vergadering beknotten.

Politiek gemotiveerde processen
De autoriteiten lieten in januari op grond van de Wet op Staatsondermijnende Activiteiten en de Wet op Staatsgeheimen vooraanstaande leden van oppositiepartij­en om politieke rede­nen strafrechtelijk vervolgen. Eind 2000 was nog geen van deze processen afgerond.

*In een proces met ernstige gevolgen voor de onafhankelijk­heid van advocaten in Maleisië werd Karpal Singh, advocaat van Anwar en vice-voorzitter van de Democratische Actie Partij, aangeklaagd op grond van de Wet op Staatsondermijnende Activiteiten voor verklaringen die hij voor de rechter had afgelegd over de vermeende poging tot vergiftiging van zijn cliënt.

*Marina Yusoff, vice-voorzitster van de Nationale Partij voor Gerechtigheid (Parti Keadilan Nasio­nal, PKN), werd aangeklaagd wegens opruiing vanwege opmerkingen tijdens een verkie­zingsbijeenkomst in 1999 die raciale spanningen zouden hebben uitgelokt. PKN-jeugdleider Mohamad Ezam Mohamad Noor werd aangeklaagd op grond van de Wet op Staatsgeheimen vanwege het verspreiden onder journalisten van naar het schijnt geheime documen­ten over overheids­corruptie.

Persvrijheid
Door gebruik te maken van hun bevoegdheden op grond van de Wet op Drukpers en Publicaties legden de autoriteiten beperkingen op aan nieuwsmedia die volgens hen op de hand waren van oppo­sitie­partijen. Vanaf maart mocht Harakah, het blad van de Islamitische Partij van Maleisië (Parti Islam SeMalaysia, PAS), slechts twee maal per maand worden gedrukt in plaats van twee maal per week. Andere bladen die zich voorstander toonden van hervormingen, waaronder Detik en Eksklusif, werd willekeurig verlenging van hun ver­gunning geweigerd.

*In januari werden aanklachten wegens opruiing ingediend tegen Zulkifli Nordin, redacteur van Harakah, en zijn uitge­ver, Chia Lim Thye, voor het publiceren van een vermeend opruiend artikel dat naar verluidt was geschreven door een oppositieleider. Chia Lim Thye bekende schuld en kreeg een boete, maar het proces tegen Zulkifli Nordin was eind 2000 nog aan de gang.

Anwar Ibrahim
Na een proces dat een jaar duurde, werd Anwar Ibrahim in augustus schuldig bevonden aan sodomie en veroordeeld tot negen jaar gevangenis­straf, die hij moest uitzitten na het uitdienen van een in april 1999 opgelegde gevangenisstraf van zes jaar voor vermeend misbruik van zijn ministeriële bevoegd­heden. Anwars medebe­schuldigde, Sukma Darmawan, werd eveneens schuldig bevonden aan sodomie en veroordeeld tot zes jaar gevangenis­straf en vier stokslagen. In afwachting van beroep was hij op borgtocht vrij.

Anwar was gewetensgevangene, want hij werd aangeklaagd en gevangengezet om hem te weren uit het openbare politieke leven. Zijn proces was oneerlijk: openbare verklaringen door regeringsleiders onder­mijnden het recht van de beklaagde om voor onschuldig te worden gehouden zolang zijn schuld niet is bewezen, de gedeti­neerden werden mishandeld om hen tot een bekentenis te dwingen, en hun advocaten werden geïntimi­deerd. Bovendien was de onafhankelijkheid van de rechtbank twijfelachtig; zo mocht het openbaar ministerie allerlei wijzigingen in de aanklachten in verband met de datum van het vermeende delict toevoegen, terwijl Anwar werd geweigerd om getuigen en bewijs op te voeren die de verdedi­ging van cruciaal belang achtte.


Afbeelding: De politie blokkeerd een betoging naar het gerechtsgebouw
De politie blokkeerd een betoging naar het gerechtsgebouw



Rechterlijke macht
Nationale en internationale burgerrechten- en mensenrechten­groe­pen, waaronder Amnesty International, uitten hun bezorgd­heid over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in politiek gevoelige zaken. Bij strafvervolging waar politie­ke motieven aan ten grondslag liggen, verzuimden rechtbanken naar behoren de in de grondwet en de internationale mensenrechtenwetgeving vastgelegde mensenrechtenprincipes te verdedigen.

*Het Hof van Beroep handhaafde in september de gevangenis­straf van drie maanden wegens minachting van de rechtbank van Zainur Zakaria, een van Anwars advocaten. Hij had in 1998 een beëdigde verklaring ingediend waarin werd beweerd dat twee openbare aanklagers hadden geprobeerd vals bewijs tegen zijn cliënt te construeren. Zainur Zakaria diende een laatste beroep in.

*In juli schrapte het Hooggerechtshof een aanklacht wegens smaad tegen de Speciale VN-Rapporteur inzake de onafhankelijk­heid van rechters en advocaten, Param Cumaraswamy. Hierdoor werd de vrijwaring van rechtsvervolging van de speciale rap­porteur gehandhaafd, zoals in 1999 door het Internatio­naal Gerechtshof was bevestigd. In 1995 waren vier aanklachten wegens smaad tegen hem ingediend in verband met opmerkin­gen die hij in zijn officiële hoedanigheid had ge­maakt.

Vrijheid van vergadering
De autoriteiten kwamen in het geweer tegen vreedzame openbare demonstraties voor Anwar en voor reformasi door deze met geweld uiteen te jagen, betogers te arresteren, en aanklachten in te dienen wegens onwettige vergadering. Ook vooraanstaande leden van oppositiepartijen werden voorafgaand aan voorgenomen demonstraties gearresteerd op verden­king van opruiing. Politievergunningen voor openbare bijeenkomsten door oppositiepartijen werden willekeurig en selectief verstrekt of geweigerd.

*In november werden 125 mensen gearresteerd tijdens een demonstratie voor Anwar en ten minste 26 mensen zouden gewond zijn geraakt door slaag tijdens en nadat ze door de politie met geweld uiteen waren gejaagd. Na vijf dagen voorlopige hechtenis werden 124 mensen vrijgelaten, maar hen wachtten moge­lijk aanklachten voor onwettige vergadering.

*In november werden drie PAS-activisten voor een maand in de gevangenis gezet wegens onwettige vergadering, omdat ze wei­gerden een boete te betalen wegens deelname aan een beto­ging tegen het bezoek van een Israëlisch cricketteam in 1997.


Afbeelding: Protest tegen de ISA wet Afbeelding: Protest tegen de ISA wet
Protest tegen de ISA wet Protest tegen de ISA wet



Marteling en mishandeling
Naar verluidt gebruikte de politie buitensporig geweld bij het uiteenjagen van demonstraties en heeft zij betogers geslagen tijdens arrestatie en detentie. Onderzoeken naar de mishande­ling van gedetineerde betogers en van anderen die vanaf 1998 waren gearresteerd in verband met de zaak-Anwar, waren nog steeds ontoereikend. Geen enkele agent zou voor de rechter zijn gebracht, met uitzondering van de voormalige inspecteur-generaal van de politie, die na terugbrenging van de originele aanklachten in maart werd veroordeeld wegens het molesteren van Anwar in 1998 tijdens hechtenis. Hij werd veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf, maar verbleef in afwachting van beroep op vrije voeten.

Voormalige gastarbeiders uit Bangladesh die getuigenverklaringen à decharge aflegden op het proces tegen vrouwenrechtenacti­viste Irene Fernandez, gaven een nauwkeurige beschrijving van marteling en seksueel misbruik in kampen voor gastarbeiders in 1994 en 1995. Het proces tegen Irene Fernandez begon in 1996. Zij werd aangeklaagd voor het `met kwaadaardige bedoelingen publiceren van valse berichten' in een rapport dat handelde over mishandeling in kampen voor gedetineerde gastarbeiders.

Ook gewone criminele verdachten zijn naar verluidt tijdens politiehechte­nis mishandeld of onwettig gedood.

Wet op de Binnenlandse Veiligheid
Oppositiepartijen en maatschappelijke organisaties herhaalden hun oproep tot intrekking van de Wet op de Binnenlandse Veiligheid (ISA) op grond waarvan men mensen gedurende onbepaalde tijd kan detineren zonder hen aan te klagen of te berechten. Ten minste vijf sjiitische moslims zijn naar verluidt op grond van de ISA gedeti­neerd, omdat zij een bedreiging zouden vormen voor de mohamme­daanse eenheid. In juli werden ten minste 27 mensen die werden verdacht van banden met de islamitische vechtsportgroepering Al Ma'unah, die bij een leger­basis wapens buit maakte en twee gijzelaars doodde, op grond van de ISA gedeti­neerd. Op grond van het wetboek van strafrecht werden 29 Al Ma'unah-verdachten aangeklaagd wegens `oorlog­voering tegen de koning' (hoogverraad). De eerlijkheid van hun proces werd in gevaar gebracht doordat de procureur-generaal noodtoestandsvoorschrif­ten toepaste die de normale regels ten aanzien van bewijsvoe­ring beperken in zaken die worden bestempeld als veiligheids­zaken. Zes aangeklaagden bekenden schuldig te zijn aan een minder ernstige aanklacht, maar vijftien kunnen bij veroorde­ling de doodstraf krijgen.

Nationale Commissie voor de Mensenrechten
In april werd de Commissie voor de Mensenrechten van Maleisië geïnstalleerd. Zij sprak met vertegenwoordigers van plaatselijke mensenrechtengroepen en begon met het in ontvangst nemen van klachten, meestal wegens vermeend politiegeweld tegen demon­stranten. Er werden weliswaar nog steeds zorgen geuit over de doeltref­fendheid van de commissie, maar zij verdedigde het recht op vreedzame vergadering, stuurde waarnemers naar demon­straties en behandelde vermeende gevallen van politiegeweld. Andere kwesties waarover de commissie zich boog, waren onder meer scholing over mensenrechten voor politie en jongeren en de noodzaak om beperkende wetten, zoals de ISA, te wijzigen.

Doodstraf en lijfstraffen
Voor het eerst sinds 1996 waren er berichten over uitvoering van de doodstraf: in november werden twee van handel in drugs beschuldigde mannen terechtgesteld. Ten minste dertien mensen zijn ter dood veroor­deeld. Gese­ling, een wrede, onmenselijke en onterende be­straf­fing, werd het hele jaar door als aanvulling op gevangenis­straf opgelegd.


Afbeelding: Moslimvrouwen roepen op tot het stoppen van martelingen 18/01/2000
Moslimvrouwen roepen op tot het stoppen van martelingen 18/01/2000



Communicatie met de regering
In januari vaardigde Amnesty International onder de titel Human rights undermined - Appeal cases (ASA 28/013/1999) een aantal schrijfacties uit met betrekking tot de toepassing van ISA, de marteling, mishandeling en het oneerlijke proces van Anwar Ibrahim en zijn medewerkers, de arrestatie en mishandeling van vreedzame demonstranten, de rechtszaak van Irene Fernandez, en de dreigende vervolging van studenten en docenten. Amnesty International sprak ook haar zorg uit over de arrestatie van, en de aanklacht tegen, Karpal Singh en andere oppositieleiders en riep op tot een herziening van de Wet op Staatsondermijnende Activiteiten en andere restrictieve wetten. In juni sprak de organisatie haar ernstige bezorgdheid uit over de uitkomst van de rechtszaak tegen Anwar Ibrahim en Sukma Darmawan, en riep nogmaals op tot vrijlating van Ibrahim.

(Amnesty International Jaarboek 2001, betreft informatie over 2000)


Mensenrechten in Maleisie, 2001/2002Omhoog

Staatshoofd: Raja Tuanku Syed Sirajuddin
Regeringsleider: Mahathir bin Mohamad
Doodstraf: wordt gehandhaafd
Internationaal Strafhof: niet ondertekend

De autoriteiten gebruikten een heel arsenaal aan beperkende wetten als de Wet op de Binnenlandse Veiligheid (ISA), op grond waarvan detentie zonder proces is toegestaan, om fundamentele mensenrechten, waaronder vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering, op onrechtmatige wijze aan banden te leggen. Zevenendertig mensen die verdacht werden van banden met organisaties die gewelddaden zouden hebben beraamd, werden gearresteerd en gedetineerd op grond van de ISA, waarbij ze het gevaar liepen te worden gemarteld en mishandeld. Oppositieleiders werden om politieke redenen gearresteerd en vervolgd. Sommigen zaten eind 2002 nog altijd vast op grond van de ISA. De politie maakte een eind aan vreedzame demonstraties en bijeenkomsten, en een verbod op openbare politieke bijeenkomsten (ceramah) bleef van kracht. Er waren berichten over mishandeling door de Maleisische autoriteiten in detentiekampen tijdens een massale uitzetting van migranten zonder papieren. Honderden mensen werden veroordeeld tot afranseling op grond van amendementen op de Immigratiewet. Ten minste zeven mensen werden ter dood veroordeeld. Het was onduidelijk of er terechtstellingen plaatsvonden.

(Amnesty International Jaarboek 2002, betreft informatie over 2001)


Mensenrechten in Maleisie, 2003Omhoog

Staatshoofd: Raja Tuanku Syed Sirajuddin
Regeringsleider: Abdullah Ahmad Badawi (sinds oktober)
Doodstraf: wordt gehandhaafd
VN-Vrouwenverdrag: geratificeerd met voorbehouden
Facultatief Protocol bij het VN-Vrouwenverdrag: niet ondertekend

Zes oppositieactivisten werden vrijgelaten nadat ze twee jaar lang zonder proces hadden vastgezeten op grond van de Wet inzake de Binnenlandse Veiligheid (ISA). Talloze vermeende islamistische activisten werden gearresteerd op grond van de ISA. Pogingen om de vermeende gronden voor ISA-detenties wettelijk aan te vechten liepen op niets uit. Oppositiefiguren, journalisten, studenten en andere leden van de burgergemeenschap zagen hun rechten op vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering aan banden gelegd door de selectieve toepassing van een breed scala aan beperkende wetten. Er waren nog altijd berichten over onwettige moordpartijen, marteling en mishandeling van criminele verdachten door de politie. Niet-geregistreerde rondtrekkende arbeiders, asielzoekers en andere mensen werden voorafgaand aan hun uitzetting mishandeld en onder erbarmelijke omstandigheden opgesloten in kampen. Ten minste zeven mensen werden ter dood veroordeeld. Honderden veroordeelde gevangenen, waaronder rondtrekkende arbeiders en asielzoekers zonder papieren, kregen stokslagen.

(Amnesty International Jaarboek 2004, betreft informatie over 2003)


- Anwar Ibrahim werd op 02/09/2004 vrijgelaten. Officieel omdat hij zij straf heeft uitgezetten. De werkelijke reden is omwille van politieke winst voor de eerste minister van Maleisië, Abdullah Ahmad Badawi. Abdullah Ahmad Badawi wou hiermee een signaal van vertrouwen en verandering geven. Volgens sommigen wou hij ook een de 'last' van voorganger Mahatir achterwege laten omdat het hem zou toelaten een betere en geloofwaardige buitenlandse politiek te voeren.

Anwar Ibrahim vertrok op 03/09/2004 richting Duitsland voor een operatie aan de rug. Rugproblemen die een direct gevolg waren van zijn verblijf in de gevangenis, waar hij meerdere keren zwaar werd aangepakt door de politie en bewakers.

-
Mensenrechten in Maleisie, 2004Omhoog

Staatshoofd: Raja Tuanku Syed Sirajuddin
Regeringsleider: Abdullah Ahmad Badawi
Internationaal Strafhof: niet ondertekend
Doodstraf: wordt gehandhaafd
VN-Vrouwenverdrag: geratificeerd met voorbehouden
Facultatief Protocol bij het VN-Vrouwenverdrag: niet ondertekend

Een Koninklijke Onderzoekscommissie werd opgezet om vermeende patronen van politiegeweld te onderzoeken en aanbevelingen te doen voor institutionele hervormingen. De vrijlating van de voormalig plaatsvervangend premier Anwar Ibrahim, die schuldig was bevonden aan sodomie nadat politiek gemotiveerde aanklachten tegen hem waren ingediend, versterkte het publieke vertrouwen in de onafhankelijkheid van het rechtssysteem. Ten minste 84 vermeende islamistische activisten werden zonder aanklacht of proces vastgehouden op grond van de Wet op de Binnenlandse Veiligheid (ISA). Een groot aantal wetten legde de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering aan banden. Vermeende niet-geregistreerde migranten, asielzoekers en vluchtelingen werden voorafgaand aan hun uitzetting mishandeld en onder erbarmelijke omstandigheden gedetineerd. Ten minste zeven mensen werden ter dood veroordeeld. Duizenden veroordeelde gevangenen, veelal rondtrekkende arbeiders zonder papieren, kregen stokslagen.

(Amnesty International Jaarboek 2005, betreft informatie over 2004)


Mensenrechten in Maleisie, 2005Omhoog

Staatshoofd: Raja Tuanku Syed Sirajuddin
Regeringsleider: Abdullah Ahmad Badawi
Internationaal Strafhof: niet ondertekend
Doodstraf: wordt gehandhaafd
VN-Vrouwenverdrag: geratificeerd met voorbehouden
Facultatief Protocol bij het VN-Vrouwenverdrag: niet ondertekend

De regering zegde toe verregaande aanbevelingen voor het hervormen van de politiemacht ten uitvoer te leggen. Ten minste 71 vermeende islamistische activisten werden zonder aanklacht of proces gedetineerd op grond van de Wet inzake de Binnenlandse Veiligheid (ISA). De vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering werd wettelijk aan banden gelegd. Talloze mensen werden gevangengezet en kregen stokslagen na oneerlijke processen wegens immigratievergrijpen, en sommige mensen die in afwachting waren van hun uitzetting werden mishandeld en onder erbarmelijke omstandigheden vastgehouden. Ten minste 58 mensen werden gearresteerd omdat ze er een "afwijkende" geloofsovertuiging op na hielden. Er werden mensen ter dood veroordeeld. Honderden veroordeelde gevangenen, veelal rondtrekkende arbeiders zonder papieren, kregen stokslagen.

(Amnesty International Jaarboek 2006, betreft informatie over 2005)


Mensenrechten in Maleisie, 2006Omhoog

Staatshoofd: Raja Tuanku Syed Sirajuddin
Regeringsleider: Abdullah Ahmad Badawi
Internationaal Strafhof: niet ondertekend
Doodstraf: wordt gehandhaafd
VN-Vrouwenverdrag: geratificeerd met voorbehouden
Facultatief Protocol bij het VN-Vrouwenverdrag: niet ondertekend

Eind 2006 had de regering haar belofte om een onafhankelijke commissie voor klachten over politieoptreden in het leven te roepen nog niet gestand gedaan. Ten minste tachtig mensen die ervan beschuldigd werden banden te onderhouden met islamistische en extremistische groeperingen werden zonder aanklacht of proces vastgehouden op grond van de Wet op de Binnenlandse Veiligheid. De vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering werd aan banden gelegd door restrictieve wetten. Niet-geregistreerde immigranten of asielzoekers werden lastiggevallen en in afwachting van hun uitzetting onder erbarmelijke omstandigheden gedetineerd. Honderden mensen, veelal vermeende immigranten zonder papieren, werden gevangengezet of kregen stokslagen na oneerlijke processen. Rechtbanken legden doodvonnissen op en vier mensen werden terechtgesteld.

(Amnesty International Jaarboek 2007, betreft informatie over 2006)


- In deze categorie:

•  Tsunami in Maleisie (26/12/2004)
•  De 'haze' in Maleisië
•  Mensenrechten


Externe sites:

•  Amnesty International Nederland
•  Amnesty International [EN]
•  Corpun - World Corporal Punishment Research [EN]
•  Hakam National Human Rights Society Malaysia [EN]
•  Suhakam Human Rights in Malaysia [EN]