Moslims in de Maleisische stad Butterworth zijn van plan om zondag in een stadspark in het openbaar Bijbels te verbranden. Ze onderstrepen daarmee het besluit van de sultan van Selangor, die christenen begin deze maand verbood om de naam Allah voor God te gebruiken. Sindsdien lopen de spanningen op.

Een priester kreeg dinsdag een bericht in handen waarin de datum voor een 'festival' werd bekendgemaakt waarop Bijbels zullen worden vernietigd. Het briefje eindigde met de bedreiging "laten we ze een lesje leren". De politie is inmiddels op de hoogte van het bericht, zo maakte World Watch Monitor, de opvolger van de Amerikaanse nieuwsdienst Compass Direct, donderdag bekend.

De Christelijke Federatie van Maleisië, een overkoepelend orgaan van kerken, noemt de voorgenomen Bijbelverbranding weerzinwekkend. Voorzitter bisschop Ng Moon Hing hoopt dat gezond verstand zal zegevieren. "We roepen hen, die ernaar verlangen om haat te zaaien om politiek gewin, te stoppen en af te zien van zo'n verachtelijke daad."

Christenen in Maleisië gebruiken al voor de komst van de islam de naam Allah voor God. Ze weigeren dan ook om daar mee te stoppen. Het verbod van de sultan zal waarschijnlijk niet uitgevoerd worden, verwachten Maleisische kerkleiders. Zijn verbod is bedoeld om bevolkingsgroepen ten koste van christenen op één lijn te krijgen voor de komende verkiezingen, zo interpreteren ze.

De discussie over de Godsnaam wordt de laatste jaren in heftigheid gevoerd. In 2009 werd het rooms-katholieke weekblad The Herald van overheidswege verboden om Allah te gebruiken voor de christelijke God. Uiteindelijk maakte de regering het verbod weer ongedaan. Maar het aantal aanslagen op christenen en vernielingen van bezittingen van christenen is wel toegenomen. Ook de distributie van Bijbels in het Maleis is aan banden gelegd.

Vooral in het oosten van Maleisië, in de staten Sarawak en Sabah, wonen veel christenen.