2010/02/17 Sodomie-aanklacht tegen Anwar blijft overeind
Het Maleisische hof van beroep heeft geoordeeld dat de aanklacht wegens sodomie tegen oppositieleider Anwar Ibrahim terecht is. De sodomie-aanklacht blijft overeind, bepaalden de drie rechters van het hof. Begin februari ging het proces tegen Anwar van start. Hij tekende beroep aan tegen de aanklacht met het argument dat deze was verzonnen door zijn politieke tegenstanders.
Anwar zei woensdag dat hij ook tegen de uitspraak van het hof van beroep in beroep gaat, bij het federale hof, de hoogste rechtsinstantie in Maleisië. "We blijven volhouden. We moeten alle mogelijke wegen bewandelen", zei hij.
Anwar staat terecht op de aanklacht dat hij in 2008 anale seks heeft gehad met een 24-jarige naaste medewerker. In Maleisië kun je daarvoor tot twintig jaar gevangenisstraf worden veroordeeld. Anwar hangt niet alleen een celstraf boven het hoofd. Het zou hem bovendien tot vijf jaar na zijn vrijlating verboden worden om deel te nemen aan de politiek. Dat zou een zware klap betekenen voor de oppositie, die als eerste echte alternatief wordt gezien voor de regeringscoalitie Nationaal Front, die sinds 1957 aan de macht is.
Volgens Anwar is de regering van president Najib Razak het brein achter de sodomie-aanklacht. Zij zou op deze wijze de oppositie -de drie partijen die samen de Volksalliantie vormen- willen ondermijnen. De oppositie behaalde in 2008 een enorme verkiezingswinst.