2009/07/14 Kritiek op proces tegen Maleisische oppositieleider
Mensenrechtenorganisaties veroordelen het proces tegen de Maleisische ex-premier en oppositieleider Anwar Ibrahim.
De Maleisische oppositieleider Anwar Ibrahim (61) moet vandaag opnieuw voor de rechter verschijnen op beschuldiging van homoseksualiteit. Mensenrechtenactivisten noemen de aanklacht 'een politiek spel' van de regering en eisen de opschorting van het proces.
"Het is een drieste poging om de leider van de oppositie voor altijd uit de politiek te bannen", zei Elaine Pearson van Human Rights Watch. "De regering probeert het rechtssysteem voor politieke doeleinden te manipuleren".
Indien de charismatische politicus schuldig wordt bevonden, moet hij zijn parlementszetel opgeven en mag hij niet deelnemen aan de volgende verkiezingen. Homoseksualiteit is in Maleisië verboden en er staat tot twintig jaar gevangenisstraf op.
Begin 1998 was Anwar, toen vicepremier, na een politieke botsing met de toenmalige regeringsleider Mahathir Mohamad, al eens wegens homoseksualiteit en corruptie aangeklaagd. Algemeen werd aangenomen dat Mahathir schrik had van de populariteit van Anwar. Zijn veroordeling tot zes jaar gevangenis in 1999 leidde tot massale protestbetogingen. De veroordeling werd in 2004 opgeheven omdat het proces onwettig werd verklaard. Tijdens het proces had men de beschuldiging wegens homoseksualiteit al moeten laten vallen.
Het huidige proces wordt des te meer gecontesteerd aangezien tegen de hoofdaanklager een onderzoek loopt naar het vervalsen van bewijzen in een geval van mishandeling van Anwar in een politiecel.