De onder druk geraakte Maleisische oppositieleider Anwar Ibrahim heeft vandaag zware beschuldigingen geuit aan het adres van de regeringstop. Hij sprak drie dagen na de klacht van een medewerker wegens verkrachting, van een complot om de oppositie te beletten de macht over te nemen. Tegelijkertijd diende hij klacht in tegen de nationale politiechef en de minister van Justitie.

Beiden zouden tien jaar geleden bewijsmateriaal vervalst hebben die tot zijn aanklacht en veroordeling wegens corruptie en homoseksualiteit hadden geleid. Anwar (60) had de beschuldigingen steeds als een complot afgewezen om hem politiek in de kou te zetten. Hij zat derhalve zes jaar in de gevangenis. Het vonnis wegens homoseksuele inbreuken werd in 2004 tenietgedaan.

Zaterdag diende weer een medewerker klacht in tegen Anwar. De 23-jarige man verklaarde dat Anwar hem afgelopen week had aangerand. Homoseksuele handelingen zijn strafbaar in Maleisië. Anwar vluchtte na doodsbedreigingen, naar eigen zeggen, naar de ambassade van Turkije en reageerde met een tegenklacht wegens laster. Hij verliet de ambassade pas nadat hij de garantie van de regering had gekregen om hem te beschermen.

De jongste gebeurtenissen bevatten "elementen van een samenzwering", waarbij de hoogste kopstukken betrokken zijn, zei Anwar. "Dit is de tweede keer dat dergelijke smerige trucs tegen mij gebruikt worden. Ik zal me met alle middelen verdedigen. Ik wil geen sympathie, ik wil gerechtigheid". De aanklacht van de jongeman is gebeurd om zijn klacht tegen de politiechef en de justitieminister te voorkomen. "Ik heb bewijzen en kan aantonen dat ze feiten gemanipuleerd en bewijzen vervalst hebben", zei Anwar.

Anwar had in het voorjaar de oppositiepartijen verenigd, die de regeringscoalitie bij de verkiezingen in maart een zware nederlaag hadden toegediend. Ze gleed van een ruime tweederdemeerderheid af naar een voorsprong van nog slechts 30 zetels. Volgens Anwar zijn er voldoende afgevaardigden die willen overlopen. Hij heeft een snelle vertrouwensstemming aangekondigd. De regering van Abdullah Ahmad Badawi bevindt zich in een "staat van beleg", zei Anwar. "En waarom gebeurt dit nu? Omdat de kans groot is dat we ze opvolgen".