De Maleisische oppositieleider Anwar Ibrahim is vandaag gearresteerd, ongeveer een uur voor het uiterste tijdstip waarop hij voor verhoor bij de politie moest verschijnen.

Een twaalftal politieagenten, sommige met een bivakmuts op, zetten de weg naar Anwars huis af en hielden zijn auto aan, zei Anwars advocaat. Daarna werd hij naar het politiebureau gebracht, waar zich een menigte oppositieparlementariërs, onder wie Anwars vrouw Azizah Ismail, had verzameld.

Anwar was juist teruggekeerd uit de administratieve hoofdstad Putrajaya en had daar tegen verslaggevers gezegd dat hij zich om 14.00 uur bij het politiebureau zou melden en de politie volledige medewerking zou geven. Het is onduidelijk waarom hij desondanks werd opgepakt.

"Schandelijk en onbeschaafd" noemde de vice-voorzitter van Anwars Volkspartij voor Gerechtigheid, Azmin Ali, het optreden van de politie. "Dit is geen strafrechtzaak maar een politieke zaak."

Anwar is door een voormalige medewerker aangeklaagd wegens sodomie, waarop in Maleisië maximaal twintig jaar staat. Hij spreekt de beschuldiging tegen en zegt dat die deel uitmaakt van een politieke samenzwering tegen hem om te voorkomen dat hij terugkeert in de politiek en een parlementszetel inneemt.

Feit is dat zijn campagne om de regering ten val te brengen door de aanklacht vertraging heeft opgelopen. De regeringspartijen, verenigd in het Nationaal Front, kreeg bij de verkiezingen van 8 maart zware klappen door Anwars uit drie partijen bestaande Volksalliantie en hebben in plaats van de gebruikelijke tweederde meerderheid nog maar dertig parlementszetels meer dan de alliantie.

Anwar werd tien jaar geleden ook al van sodomie beschuldigd. Hij werd toen afgezet als vice-premier en verdween in de gevangenis. Het hooggerechtshof maakte de veroordeling later ongedaan, maar Anwar zat desondanks zes jaar uit voor een met de zaak verband houdende corruptiebeschuldiging.

Tijdens zijn gevangenschap richtte zijn vrouw Azizah Ismail de Volkspartij voor Gerechtigheid op, die zich voor de verkiezingen van maart aaneensloot met twee gevestigde partijen - de Pan-Maleisische Islamitische Partij en de Democratische Actiepartij, die etnische Chinezen vertegenwoordigt.