Na een belangrijk politiek jaar waarin de oppositie er eindelijk in slaagde om de status quo deels te doorbreken, wordt de Maleisische politiek geplaagd door seksschandalen, verraad en bedreigingen.

De turbulentie heeft veel te maken met de machtswissel aan de top van de Maleisische politiek. De vaderlijke eerste minister Abdullah Badawi ruimt plaats voor Najib Razk. Badawi slaagde er niet in om de beloofde hervormingen door te duwen, maar hechtte wel veel belang aan waardigheid in de politiek. Hij moest plaats ruimen nadat zijn coalitie, Barisan Nasional (BN) bij verkiezingen in maart 2008 de tweederde meerderheid verloor die ze al sinds de onafhankelijkheid had gehad.

Er was een nationale euforie na de overwinning van de oppositiecoalitie Pakatan Rakyat, die regeringen in vijf deelstaten kon vormen en eindelijk ook in het federale parlement een vuist kon maken.

Met de machtsoverdracht naar Najib veranderde de politieke toon in het land snel. Najib heeft een heel ander profiel dan zijn voorganger. Hij kampt met aanhoudende beschuldigingen dat hij betrokken is bij de moord op een Mongoolse tolk. Twee van zijn lijfwachten werden door het gerecht schuldig bevonden aan de moord en een groot deel van de bevolking is van mening dat ook Najib ermee te maken had.

"Nooit eerder is in dit land een eerste minister aan de macht gekomen met zo'n negatief imago", zegt een prominent advocaat die anoniem wil blijven uit vrees voor represailles. "Het is algemeen geweten dat Najib er niet vies van is om de regels naar zijn hand te zetten om een politiek gevecht te winnen", zegt de advocaat. "Zal hij respect hebben voor de privacy, voor de mensenrechten?"

Najib's negatieve imago speelt ook de voorheen altijd populaire monarchie parten. Het volk verdenkt het hof ervan Najib aan zijn mandaat geholpen te hebben, en voor het eerst zag Maleisië taferelen van betogers die koninklijke gebouwen met stenen bekogelden en beledigende slogans scandeerden.

Maar het zijn vooral de verbeten pogingen van de nieuwe eerste minister om de de vijf oppositieregeringen in de deelstaten te destabiliseren die zijn imago extra in de verf zetten. In de deelstaat Perak slaagde hij erin twee ministers uit de oppositie los te weken. Die zet leidde dat tot een grondwettelijke crisis waarin twee belangrijke ministers elkaar nu bekampen voor het gerecht. Ook in de deelstaten Kedah en Selangor worden geld, politieke benoemingen en omkoping gebruikt om politici uit de regeringen te doen overstappen van partij.

"Het doel is om terug te halen wat ze in de verkiezingen verloren hebben", zegt Tian Chua van de Keadilan, de partij van oppositieleider Anwar Ibrahim. "Ze gebruiken alles: geld, seks, omkoping, corruptie, om het even wat om ons te krijgen. Ze stelen het mandaat van het volk."

Nu al zijn de twee ministers van de staat Selangor, Khalid Ibrahim en Elizabeth Wong, betrokken in seks- en corruptieschandalen. Wong, een prominente mensenrechtenactiviste, moest ontslag nemen nadat de media naaktfoto's van haar hadden gepubliceerd. Haar ontslag is een zware slag voor de oppositie omdat ze hard vocht voor het milieu, en strengere controle op vervuilende bedrijven. Mogelijk zijn die bedrijven betrokken in de publicatie van de foto's om haar van de macht te verdrijven. De eerste minister, Khalid Ibrahim, is beschuldigde van corruptie en machtsmisbruik.

In de noordelijke staat Kedah is een andere deelstaatminister, Arumugam, gevlucht naar India na beschuldigingen van bigamie. "We zien een verborgen hand achter al die gebeurtenissen", zegt Wan Azizah Ismail, voorzitter van de partij Keadilan. "Ze vallen ons overal aan... Met allerlei complotten proberen ze het mandaat van het volk te stelen".