De Maleisische oppositieleider Anwar Ibrahim, die vandaag terechtstond voor sodomie, zegt dat zijn zaak een samenzwering is om hem politiek onschadelijk te maken. In de omstreden rechtszaak wordt de oppositieleider ervan beschuldigd zijn toen 23-jarige assistent Saiful te hebben verkracht. In de rechtszaal, waar Anwar vandaag verscheen met zijn vrouw en dochters, zei hij dat het proces het resultaat is van „de machinaties van een smerig en corrupt groepje”. Anwar zei dat hij premier Najib Razak en diens vrouw wil oproepen als getuige, omdat zij volgens hem de aanklacht hebben verzonnen.

Het is de tweede keer dat Anwar terechtstaat voor sodomie. De eerste keer, onder voormalig premier Mahathir, belandde hij voor zes jaar in de cel en werd hij voor tien jaar verbannen uit het parlement. Vandaar dat de huidige zaak in Maleisië ‘sodomie 2’ wordt genoemd. Op seks tussen mannen, ook met wederzijdse instemming, staat in het islamitische Maleisië een maximale gevangenisstraf van twintig jaar.

De rechtszaak is slecht voor de reputatie van de regering. Slechts een klein deel van de bevolking gelooft dat de aanklacht op waarheid berust. In de rechtszaal zaten vandaag diplomaten van de VS, de Europese Unie, Japan en Australië. Verschillende regeringen hebben laten weten bezorgd te zijn over de rechtszaak.

Anwar heeft van tevoren geklaagd dat zijn advocaten geen toegang krijgen tot het medisch bewijs van de aanklagers, zodat ze de zaak niet goed kunnen voorbereiden. Dat werd hem in een serie rechtszaken ontzegd.

Anwar Ibrahim was eind jaren negentig de tweede man achter Mahathir, en werd gezien als zijn opvolger. Maar de twee raakten gebrouilleerd en Anwar’s politieke carrière eindigde door de sodomiezaak. Na zijn vrijlating deed zijn coalitie het bij de verkiezingen in 2008 onverwachts goed. De regeringscoalitie haalde voor het eerst geen tweederde meerderheid.