2010/02/02 Anwar Ibrahim opnieuw voor de rechter voor sodomie
In Maleisië is vandaag de rechtszaak tegen oppositieleider Anwar Ibrahim gestart. Ibrahim (foto) wordt verdacht van het doen van homoseksuele handelingen. Het is voor de tweede keer dat de oppositieleider wordt aangeklaagd wegens homoseksualiteit. Mensenrechtenactivisten hebben al scherpe kritiek geuit op het proces en het als politiek gemotiveerd omschreven. Ibrahim werd na een ruzie met de toenmalige premier Mahathir in 2000 al eens wegens corruptie en homoseksualiteit veroordeeld. Het vonnis wegens homoseksualiteit werd later nietig verklaard. Hij bracht meer dan vijf jaar in de gevangenis door. Homoseksualiteit is in Maleisië verboden en kan met 20 jaar cel bestraft worden.
De Maleisische oppositieleider wordt er net als tien jaar geleden van verdacht dat hij een homoseksuele relatie heeft gehad met zijn chauffeur. Ibrahim heeft van 1998 tot 2004 in de gevangenis gezeten voor zijn vermeende homoseksualiteit maar zelf altijd volgehouden dat zijn strafrechtelijke vervolging zuiver politiek gemotiveerd was. De politieke tegenstanders van Ibrahim lieten hem, mede naar aanleiding van de uitlatingen in een boek, arresteren en beschuldigden hem van homoseksuele handelingen. Hij kreeg negen jaar cel opgelegd. In september 2004 werd hij vrijgesproken omdat overtuigend bewijs ontbrak. Vervolgens is hij een zaak tegen de auteur van het gewraakte boek begonnen wat vier jaar geleden resulteerde in een veroordeling van de schrijver en een schadevergoeding voor de vermeende 'homo-premier'.
Het hooggerechtshof in de hoofdstad Kuala Lumpur bepaalde eind november 2009 dat de zaak tegen Ibrahim toch weer heropend wordt. Naar verwachting zal het proces een maand duren. Waarnemers verwachten oplopende politieke spanningen in Maleisië als gevolg van de rechtszaak. Ibrahim keerde ruim een jaar geleden namelijk terug in het parlement. Hij hoopt de regerende UMNO-partij, die al sinds de onafhankelijkheid aan de macht is in Maleisië van de troon te stoten.