2009/12/01 Sodomiezaak tegen Anwar in Maleisië gaat door
De Maleisische oppositieleider en voormalige vice-premier Anwar Ibrahim moet begin volgend jaar weer voor de rechter verschijnen. Het hooggerechtshof in de hoofdstad Kuala Lumpur verwierp dinsdag een verzoek van de voormalige vice-premier om de zaak tegen hem te laten vallen. Ibrahim wordt er van verdacht dat hij een homoseksuele relatie heeft gehad met zijn chauffeur. In Maleisië is homoseksualiteit nog altijd bij wet verboden.
Ibrahim heeft van 1998 tot 2004 in de gevangenis gezeten voor zijn vermeende homoseksualiteit maar zelf altijd volgehouden dat zijn strafrechtelijke vervolging zuiver politiek gemotiveerd was. De politieke tegenstanders van Ibrahim lieten hem, mede naar aanleiding van de uitlatingen in een boek, arresteren en beschuldigden hem van homoseksuele handelingen. Hij kreeg negen jaar cel opgelegd. In september 2004 werd hij vrijgesproken omdat overtuigend bewijs ontbrak. Vervolgens is hij een zaak tegen de auteur van het gewraakte boek begonnen wat vier jaar geleden resulteerde in een veroordeling van de schrijver en een schadevergoeding voor de vermeende 'homo-premier'.
Het hooggerechtshof in de hoofdstad Kuala Lumpur heeft deze week bepaald dat de zaak tegen Ibrahim toch weer heropend wordt. Het proces begint op 25 januari en gaat een maand duren. Waarnemers verwachten oplopende politieke spanningen in Maleisië als gevolg van de rechtszaak. Ibrahim keerde vorig jaar namelijk terug in het parlement. Hij hoopt de regerende UMNO-partij, die al sinds de onafhankelijkheid aan de macht is in Maleisië, van de troon te stoten.