Bij de jongste gevechten tussen het leger van Maleisië en een Filipijnse moslimclan op Borneo zijn een Maleisische soldaat en drie Filipijnse strijders omgekomen. Dat heeft het hoofd van de Maleisische strijdkrachten, Zulkifeli Zin, dinsdag meegedeeld.

De Maleisische strijdkrachten leveren sinds 1 maart slag met enkele honderden Filipijnen die vorige maand een kustdorp bezetten om oude gebiedsaanspraken op de oostelijke Maleisische deelstaat Sabah op Borneo nieuw leven in te blazen. Met luchtaanvallen en mortierbeschietingen zijn de Filipijnse indringers vorige week uit het dorp verdreven, maar de meesten verschuilen zich nu in de nabijgelegen palmplantages.

Volgens de Maleisische autoriteiten zijn deze maand in Sabah bijna zestig Filipijnen en acht Maleisische politieagenten omgekomen. De autoriteiten eisen de onvoorwaardelijke overgave van de clanleden.

Een lid van de Filipijnse regering sprak dinsdag met een leider van de clan om een uitweg uit de crisis te zoeken. Volgens Esmail Kiram II wil minister van binnenlandse zaken Mar Roxas dat Maleisië met een wapenstilstand instemt om onderhandelingen mogelijk te maken. De Maleisische regering heeft dit eerder afgewezen.

Zijn broer Agbimuddin Kiram, die de inval in Saba vorige maand leidde, zegt dat hij zich liever doodvecht dan de eeuwenoude rechten van zijn clan op Sabah op te geven. Maleisië bestuurt het gebied in het noorden van Borneo, dat rijk is aan hout en oliepalmen, sinds de jaren zestig.

De Filipijnse regering wil ook dat Kiram zijn actie opgeeft, maar maakt zich zorgen over het lot van de ongeveer achthonderdduizend Filipijnen in Sabah. De Maleisische politie heeft 85 mannen en vrouwen aangehouden die banden zouden hebben met de indringers. Het Maleisische optreden heeft geleid tot beschuldigingen van mensenrechtenschendingen en willekeurige arrestaties.