Indonesië en de buurlanden Maleisië en Singapore worden opnieuw geteisterd door zware rookwolken als gevolg van de jaarlijks bosbranden op Sumatra en Kalimantan. Satellietfotos tonen een snel toenemend aantal brandhaarden in de jungle op de Indonesische eilanden.

Elke dag komen er een paar honderd bij. De meeste zijn opzettelijk aangestoken door grote plantagehouders en kleine boeren. Het de snelste en goedkoopste manier om de grond in en rondom het bos 'plantklaar' te maken.

De Indonesische overheid onderkent het probleem. Sinds de grote bosbranden eind jaren '90, toen 10 miljoen hectare is afgebrand, is het beleid aangepast, mede onder druk van de getroffen buurlanden Maleisië en Singapore. Het schoonbranden van plantages is inmiddels verboden.

"Het beleid is goed, maar de uitvoering is beroerd," constateert Dedy Hariri van het Wereldnatuurfonds in Jakarta. Het aantal brandhaarden is vergeleken met vorig jaar verdrievoudigd tot ruim zesduizend brandhaarden. "Het verbod weerhoudt plantagehouders en boeren niet het land traditioneel schoon te branden, omdat sancties ontbreken," weet Hariri.

Elk jaar weer gaan enkele honderdduizenden hectare bos verloren, vooral veenbos. Samen met andere milieuorganisaties pleit Hariri voor strengere straffen tegen palmolieplantages, en papier- en pulpbedrijven, die vaak beginnen in verboden veenbossen.