Azahari bin Husin is dood. Hij was het brein achter vele verwoestende aanslagen in Indonesië de afgelopen jaren.

Azahari bin Husin reed op het middaguur van 5 augustus 2003 een auto vol explosieven tot vlakbij het JW Marriott Hotel in Jakarta. Met het gebouw in zicht stapte de Maleisiër kalm uit, liet het stuur over aan Asmar Latin Sani en stapte achterop een gereedstaande motor. Het brein achter de aanslag bekeek van een afstand hoe Asmar enkele ogenblikken later de bomauto voor het luxueuze hotel uiteen liet spatten, Twaalf doden waren het gevolg.
Azahari was een hooggeschoold ingenieur, religieus fanaticus, bommenmaker en 'veldcommandant' van een groepje schimmige Zuidoost-Aziatische moslimextremisten. De 'Demolition Man' (de Verwoester), zoals media in de regio hem noemden, wordt verantwoordelijk gehouden voor een serie aanslagen in Indonesië die de wereld schokten en meer dan tweehonderd mensen het leven kostten.

De Maleisiër (48) speelde volgens waarnemers een belangrijke rol bij aanvallen op christelijke kerken in Indonesië (kerst 2000), de aanslagen op Bali (oktober 2002 en 2005), en de explosies in Jakarta (augustus 2003 en september 2004).
Tot de jaren negentig van de vorige eeuw leek Azahari een glansrijke wetenschappelijke carrière tegemoet te gaan. Na een opleiding in Australië, waar medestudenten van destijds hem herinneren als een jongen die graag lol maakte, vertrok de Maleisiër eind jaren tachtig voor een ingenieursstudie naar de Reading Universiteit in Engeland. Docenten waren onder de indruk van zijn prestaties en vroegen hem er zijn doctoraat te halen.
Terug in Maleisië werden Azahari en zijn vrouw zelf docent aan een technische universiteit. De ingenieur vertoonde tot op dat moment geen tekenen van moslimextremisme. Die ommezwaai kwam pas halverwege de jaren negentig. Azahari kwam onder invloed van radicale Indonesische moslimgeestelijken die een gewapende jihad (heilige oorlog) predikten. Onder hen was Abu Bakar Bashir, een van de vermeende oprichters van de terreurgroep Jemaah Islamiyah (JI).
De redenen voor de ommezwaai van Azahari zijn duister. De politie gist dat zijn leven compleet veranderde toen zijn vrouw Nur Aini dodelijk ziek werd. "Hij begon veel te bidden toen bleek dat ik kanker had", vertelde zij in een zeldzaam interview. Niet veel later vertelde hij haar dat hij 'een groter doel' had gevonden, en verliet hij het huis 'om Allah te dienen'.
De Maleisiër dook diep in het radicale moslimextremisme en kreeg een militaire training in Afghanistan en het zuiden van de Filipijnen, waar hij tot bomexpert werd opgeleid. Thuis in Indonesië gaf hij studenten praktijkles in het maken van explosieven en schreef hij een handleiding die werd gebruikt bij de vervaardiging van bommen voor dodelijke aanslagen. Azahari werd gezien als een van de invloedrijkste leden van JI. Hij was een van de weinige geleerden binnen het extremistische netwerk, dat vooral bestaat uit laaggeschoolde plattelanders.

De Indonesische autoriteiten maakten uitgebreid jacht op hem. De politie liet over heel Java opsporingsposters plakken, gebruikte helikopters om pamfletten uit te strooien en wierp wegblokkades op. Meermalen ontsprong Azahari, die zich de ene keer voordeed als een bedelaar en een andere keer als geleerde, nipt de dans.
Met lange haren en een ingevallen gezicht leek hij weinig op de enkele foto die de politie van hem had. Bovendien wist hij agenten minstens een keer om te kopen, waardoor hij op de vlucht kon blijven.