Ze hadden al op heel wat plaatsen in de wereld de zeebodem gezien, Roosendaler Ferry van Dorst samen met Bergenaar Jim
Malinka en hun zes duikvrienden. Maar nu zijn ze pas terug van wat een echte expeditie mag heten: acht dagen duiken naar
scheepswrakken diep onder de oppervlakte van de Zuid-Chinese Zee.
 |
Roosendaler Ferry van Dorst samen met Bergenaar Jim Malinka |
Het gaat om beroemde wrakken: de Britse slagschepen Prince of Wales en Repulse en de Nederlandse duikboten KXVII en O16.
Alle tot zinken gebracht door de Japanners tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hij duikt al een jaar of twaalf, Ferry van Dorst (47), in het dagelijks leven hoofd afdeling financiën bij de gemeente
Breda. Honderdtwintig tot honderddertig duiken per jaar, als hobbyïst en instructeur. Vaak in de Oosterschelde of de
Grevelingen, maar ook bij de Bahama's en de Nederlandse Antillen, in de Rode Zee of naar wrakken en grotten in
Zuid-Frankrijk. Steeds met dezelfde groep mede-duikfanaten, in wisselende samenstelling.
De laatste reis vormde voor Van Dorst en zijn vrienden een heel nieuw avontuur. Die voerde hen naar de Zuid-Chinese Zee bij
Maleisië. Ongeveer een dag varen uit de kust liggen daar, op vijftig tot zeventig meter onder het wateroppervlak, vier
wrakken verscholen op de zeebodem die de grote uitdaging vormden voor de acht duikers.
Het gaat om het machtigste Britse schip uit de Tweede Wereldoorlog, de Prince of Wales, en een andere indrukwekkende
oorlogsbodem, de Repulse. Ze kregen vermaardheid door hun rol bij het onderscheppen en tot zinken brengen van het
nazi-vlaggenschip Bismarck in het voorjaar van 1941. En als toegift liggen daar niet ver vandaan de Nederlandse onderzeeërs
KXVII en O16. Ze werden alle vier in december 1941 kort na elkaar naar de kelder gejaagd, de Britse marineschepen bij een
aanval van Japanse bommenwerpers en de duikboten doordat ze een Japans mijnenveld binnenvoeren.
Wat bewoog Ferry van Dorst en zijn kameraden tot deze operatie?
"Onze interesse in de geschiedenis van deze mysterieuze en fameuze wrakken. We hadden ons behoorlijk verdiept in het
verloop van de oorlog in Azië en de lotgevallen van de schepen. Hun enorme afmetingen waren nieuw voor ons, evenals de
diepte waarop ze liggen: zeventig meter is wel het maximale tot waar je als recreatieve duiker kunt gaan. En de onderzeeërs
waren extra interessant omdat het Nederlandse schepen waren. Ze waren vanwege de ligging en diepte bovendien nog maar door
heel weinig duikers bezocht.“ De Nederlanders hadden in Singapore een duikerswerkschip – de Mata Ikan – met bemanning en
apparatuur ingehuurd en er ging een plaatselijke duikinstructeur mee die de positie van de wrakken kende. De Repulse, op
zestig meter diepte, was het eerste doel. Maar voor het eerste duikersduo naar beneden kon, moest er nog heel wat gebeuren.
Van Dorst: "Een duikoperatie op deze diepte moet je tot in de puntjes voorbereiden, want er zitten gevaren aan vast. Plan
your dive and dive your plan, zeggen wij."
Dat betekent dat ieder detail van een duik minutieus op de computer wordt berekend: hoe lang de duikers bij het wrak kunnen
blijven, welke luchtmengsels ze op elke diepte moeten inademen en hoe de tocht terug naar boven moet verlopen.
"Tot dertig meter duik je met gewone lucht. Op grotere diepte zou je dan last krijgen van het Martini-effect: je wordt
'dronken' van de stikstof in de lucht. Daarom gebruiken we daar gasmengsels met helium. Anders ga je gekke dingen doen of
kun je je later niet eens herinneren wat je hebt gezien."
De weg naar boven moet extra zorgvuldig gepland worden: met langdurige tussenstops op verschillende diepten en
verschillende gasmengsels. Dit om de gevreesde (en in het ergste geval dodelijke) decompressieziekte te ontlopen. Daarbij
ontstaan stikstofbelletjes in je bloed door de grote druk die diep onder water in je lichaam werd opgebouwd; zoiets als
cola in een flesje waarmee te veel is geschud.
Maar dan is het zo ver. Behangen met luchtflessen naar de diepte, vanwege de veiligheid altijd twee aan twee. Ferry van
Dorst: "Eerst zie je niks. Je vecht tegen de stroming en het zicht was niet goed. Dan ineens ontwaar je de contouren van
dat enorme schip, grijs en vaag, later duidelijker. Je schrikt van het gat van wel zes meter in de romp dat een torpedo
heeft geslagen. Was dit de genadeslag? De Repulse zit onder dikke lagen stof, maar voor de rest lijkt hij haast intact,
alsof-ie zo weer gaat varen.
Beelden komen bij je op: wat heeft zich hier afgespeeld, die tiende december 1941? Kantelend, zinkend bleef-ie vuren,
machteloos tegen het Japanse spervuur vanuit de lucht. Honderden mensen vonden hier hun laatste rustplaats. Ze waren
kansloos doordat er van de eigen kant geen luchtsteun te verwachten was."
Bij het andere Britse schip, de Prince of Wales, was minder te zien: die ligt op z'n kop.
De duikboten daarentegen waren een grote belevenis. "Ze zijn van onder tot boven begroeid met spons, koraal en alles wat
leeft in een tropische zee, in fantastische kleuren die je pas ziet in het licht van je duiklamp. Bij zo'n wrak verzamelt
zich allerlei vis. Je ziet een murene – een soort zeeslang – uit een patrijspoort komen, scholen van honderden barracuda's
jagen er omheen. De omtrekken van romp, opbouw, kanonnen en roer kun je goed zien, al zijn de KXVII en de O16 helemaal
bedekt met visnetten. Zo zijn ze trouwens ontdekt: door vissers wier netten aan de wrakken bleven hangen."
"Indrukwekkend", noemt hij die ervaring: "Hier ligt een stuk Nederlandse geschiedenis op de zeebodem en wij behoren tot de
weinigen die er bij zijn geweest."
Iets tastbaars heeft de expeditie verder niet opgeleverd, behalve een massa foto's. De acht hebben de verleiding weerstaan,
'souvenirs' uit de wrakken te halen. Van Dorst: "Het zijn oorlogsgraven. We hadden ons vooraf al voorgenomen: we nemen niks
mee en laten alles met rust."
Is het eigenlijk niet intens triest, zo'n doods en verdoemd schip, voor eeuwig gevangen op de bodem van de zee?
"Die emotie roept het wel op. Je schrikt je rot als je zo'n groot torpedogat ziet. Je weet dat er talloze slachtoffers
moeten liggen; sommigen van ons hebben delen van skeletten gezien. Aan de andere kant: de schepen bieden nu een kans aan zo
veel nieuw, ánder leven. Hun geschiedenis gaat voort."