Eind jaren zestig raakte de familie van de Maleisische Siti Aishah Abdul Wahab elk spoor kwijt van de vrouw die toen in de twintig was. De vrouw die inmiddels 69 is, werd eind vorige maand bevrijd in Londen. Daar werd ze door een stel ruim dertig jaar als slavin gevangen gehouden. Siti is ziek. "Ik ga haar in mijn armen nemen en huilen als ze naar huis komt", verklaart haar oudste zus.

Het hoofd van de Maleisische nationale politie bevestigt dat het om de vrouw ging op grond van informatie die hij van zijn Britse collega's kreeg.

Die bevestiging zorgde voor vreugdekreten bij de familie van de vrouw, die al was geïnformeerd door Britse media maar niet zeker wist of één van de drie slavinnen wel degelijk Siti Aishah was.

"Ik ga haar in mijn armen nemen en huilen als ze naar huis komt", verklaart haar oudste zus, de 88-jarige Hasnah Abdul Wahab in de Maleisische krant The Star. "Ik dank Allah dat hij mijn gebeden heeft gehoord en ik hoop dat ik haar kan terugzien voor mijn dood", zei de vrouw, met een foto van haar zus als jonge vrouw in haar handen. "We hebben heel lang naar haar gezocht".

Siti Aishah verliet Maleisië in 1968 en trok met haar Maleisische verloofde naar Groot-Brittannië. Nadat het stel uit elkaar ging, verloor de familie elk contact met haar, zegt haar zwager Mohamad. "Onze gevoelens zijn verdeeld. We zijn gelukkig omdat we ons familielid hebben teruggevonden, maar we zijn ook triest omdat we vernemen dat ze ziek is en dat ze meer dan dertig jaar opgesloten heeft gezeten".

Een andere zus van Siti, de 68-jarige Kamar Mahtum, is vanochtend vanuit Maleisië naar Londen vertrokken om Siti te bezoeken.

Eind oktober bevrijdde de politie naast Siti ook een Ierse vrouw van 57 jaar een Britse vrouw van dertig jaar. Het drietal werd als slavinnen ingezet door een koppel dat in de jaren zeventig als maoïstische militanten actief was.