In een Maleisisch natuurpark zijn tien bedreigde dwergolifanten dood teruggevonden. De autoriteiten vrezen dat ze vergiftigd zijn.

De dieren, die allemaal interne bloedingen hadden, zijn in drie weken in elkaars buurt gevonden. Het gaat om zeven mannelijke en drie vrouwelijke olifanten. Zij werden aangetroffen in het bos nabij de stad Tawau in de oostelijke staat Sabah, op 1.800 kilometer ten oosten van Kuala Lumpur.

Een babyolifant van drie weken oud waakt bij het lichaam van zijn moeder.

"We geloven dat de dood van deze olifanten met elkaar te maken heeft", zegt de directeur van het park. Het lijkt uitgesloten dat stropers de dieren hebben gedood, want de olifanten hebben hun slagtanden nog en hebben geen schotwonden.

De schade in het spijsverteringssysteem van de dieren doet de dierenartsen vermoeden dat ze vergiftigd zijn. Onderzoek moet uitwijzen of dat doelbewust is gebeurd.

"Als ons onderzoek aantoont dat de olifanten opzettelijk vergiftigd werden, zullen we ervoor zorgen dat de verantwoordelijken voor de rechter komen", aldus milieuverantwoordelijke Laurentius Ambu.

De borneodwergolifant, een ondersoort van de Aziatische olifant, komt enkel nog voor in Sabah en de nabijgelegen Indonesische provincie Kalimantan. Volgens de milieuverantwoordelijke lopen er zowat 2.000 rond in de bossen van Sabah.

De olifanten waren tussen de vier en twintig jaar oud.