Het afranselen van veroordeelden in Maleisië heeft volgens Amnesty International 'epidemische proporties' aangenomen. Slachtoffers worden vaak zo hard met een rotanstok geslagen dat ze wonden oplopen tot op het bot, aldus de mensenrechtenorganisatie in een maandag verschenen rapport.

Amnesty stelt dat de straf neerkomt op marteling en daarom verboden zou moeten worden. In Maleisië worden slagen met een rotanstok, maximaal 24, opgelegd als straf voor vergrijpen als verkrachting, beroving, drugsbezit en corruptie. Sinds 2002 krijgen ook illegale immigranten de straf opgelegd. Naar schatting van Amnesty wordt de straf tienduizend keer per jaar opgelegd, in veel gevallen aan illegalen.

Amnesty sprak dit jaar met tientallen veroordeelden, die vertelden dat ze om de stokslagen te krijgen werden opgesteld in rijen en zagen of hoorden hoe anderen werden afgeranseld. De stok 'scheurt de naakte huid van het slachtoffer aan flarden, verandert het vetweefsel in pulp en zorgt voor blijvende littekens tot op het spierweefsel. Bloed en vlees spatten van het lichaam van het slachtoffer, vaak samen met urine en uitwerpselen', zo staat in het rapport.

Een woordvoerder van het gevangeniswezen ontkent dat er sprake is van marteling. Volgens hem wordt de straf altijd toegediend onder scherp toezicht van de gevangenisautoriteiten en in aanwezigheid van artsen. Maleisië meent dat van stokslagen een afschrikwekkende werking uitgaat.