De voormalige Maleisische vice-premier Anwar Ibrahim is in een verrassende uitspraak van het hoogste gerechtshof van Maleisië in september vrijgesproken van homoseksuele handelingen. Ook zijn geadopteerde broer, Sukma Darmawan, die vast zat wegens dezelfde beschuldiging, is vrijgelaten. Het was de laatste beroepsmogelijkheid voor de charismatische politicus, die sinds 1999 achter de tralies zat.

Anwar had al een celstraf uitgezeten op beschuldiging van corruptie en was begonnen aan een straf van negen jaar op beschuldiging van homoseksueel gedrag. De vrijspraak is compleet onverwacht. Anwar had tot op heden alle beroepszaken verloren en leek tot 2009 verzekerd van een leven achter de tralies. Vorig jaar werd het vonnis nog eens bevestigd door een gerechtshof. Honderden aanhangers braken in gejuich uit toen de rechters hun uitspraak bekendmaakten. Anwar, gezeten in een rolstoel, zei direct na zijn vrijlating dat hij naar Duitsland gaat om zich aan zijn hernia te laten opereren. Hij zegt dat zijn rug is beschadigd doordat de politie hem in 1999 had afgetuigd. De 57-jarige Anwar riep de regering ook op met hervormingen te komen. Hij bedankte verder premier Abdullah Badawi, omdat die zich niet met de rechtsgang had bemoeid.

De Maleisische politiek schudde destijds op haar grondvesten toen de toenmalige autoritaire premier Mahathir Mohammed de populaire Anwar in september 1998 aan de kant schoof. Mahathir was ook de man achter de politieke opkomst van Anwar. De rechtszaak tegen hem volgde na ernstige meningsverschillen met Mahathir over de wijze waarop de economische crisis moest worden aangepakt. Enkele weken na zijn politieke val werd Anwar ervan beschuldigd dat hij een seksuele relatie met een chauffeur zou hebben gehad. De processen tegen Anwar zijn algemeen bekritiseerd als politiek gemotiveerd.