Een bijna vergeten sultanaat in Zuid-Oost Azië blijkt opeens een leger te hebben en het te willen gebruiken ook. Al een paar weken houden Filippijnse aanhangers van sultan Jamalul Kiram III van Sulu een dorpje in de Maleisische deelstaat Sabah bezet. In het begin leek dat meer op een demonstratie dan op een serieuze invasie, maar nu wordt er gevochten.
 |
Sultan Jamalul Kiram III van Sulu. (Foto: ANP) |
Vrijdag kwamen twaalf bezetters en twee politiemannen om bij gevechten in de buurt van het bezette dorp, Lahad Datu, dat door de bezetters vanuit zee was veroverd. Zaterdag liep een groep politiemensen in een hinderlaag bij Semporna, een plaats die 150 kilometer van Lahad Datu ligt. Dat voedt de vrees bij de Maleisische autoriteiten dat de bezetters zich door Sabah aan het verspreiden zijn, en een veel groter veiligheidsrisico vormen dan eerst gedacht. Bij het gevecht zaterdag werden minstens vijf politiemensen doodgeschoten en twee van de aanvallers. Volgens andere berichten vielen er zes doden aan beide zijden, en werd een zevende aanvaller door dorpelingen doodgeslagen toen hij hen onder bedreiging met een geweer wilde gijzelen.
Volgens de 74-jarige sultan, die in de Filippijnse hoofdstad Manila woont, behoort Sabah al 355 jaar tot zijn rijk. Het is niet zeker of deze man de echte sultan van Sulu is - er zijn verscheidene anderen die aanspraak op de titel maken - maar zijn aanhangers nemen zowel zijn titel als zijn aanspraken serieus genoeg om er hun leven voor te geven.
De sultan verwacht niet anders. Zijn 'koninklijk leger', zoals hij het noemde tegenover een verslaggever van het persbureau AFP, zou zich nooit overgeven, al helemaal niet vanwege een oproep daartoe van de Filippijnse president Benigno Aquino. "Als ze moeten sterven, zullen ze sterven. Ze zullen zich opofferen." Ook de dochter van de sultan, prinses Jacel, weet het zeker: "We vechten ergens voor, onze strijd is ons recht en de waarheid".
De bezetters komen uit het islamitische zuiden van de Filippijnen, waar lang opstandige groeperingen actief zijn geweest die zelfstandigheid eisten voor hun gebied, of zelfs onafhankelijkheid van de in meerderheid christelijke rest van het land. Met hulp van het eveneens islamitische Maleisië is nu een vredesovereenkomst gesloten met het Moro Islamitisch Bevrijdingsfront. Daarmee krijgt deze groep het in het gebied grotendeels voor het zeggen, wat mogelijk tot ontevredenheid bij andere groepen heeft geleid. De inval in Maleisië zou daar dan het gevolg van zijn. De bezetters willen mogelijk het vredesakkoord torpederen, of zijn op zoek naar een ander gebied waar inkomsten te verwerven zijn.
Op Sabah is de politieke situatie al even ingewikkeld. Daar wonen tienduizenden immigranten uit de Filippijnen, vaak illegaal het land binnengekomen om op palmolieplantages te werken. Dat heeft onder de Maleisiërs tot onrust geleid, en tot een groeiende aanhang voor partijen die oppositie voeren tegen de regerende coalitie, het Nationaal Front van premier Najib Razak.
Mogelijk mikt de Sultan van Sulu erop dat die Filippijnse inwoners zijn kant kiezen. De sultan zei in Manila tegen verslaggevers dat hij zich daar 'zorgen over maakte': het geweld in Sabah zou zich kunnen uitbreiden als de Filippijnse bewoners hoorden hoe hun landgenoten van de bezettingsmacht waren gedood.
Maar volgens de inspecteur-generaal van de Maleisische politie, Ismail Omar, is daar geen sprake van. "Er is geen crisis in Sabah", verzekerde hij gisteren. Maar hij bevestigde ook dat politie en leger op drie plaatsen in Sabah in actie waren.
De aanspraken op Sabah van het sultanaat van Sulu gaan terug tot 1658, toen de sultan van Sulu het gebied kreeg van de sultan van Brunei. Maar terwijl Brunei uit de koloniale geschiedenis kwam als zelfstandig land, werd Sulu verdeeld tussen de Filippijnen en Maleisië. De aanspraak van de Britten en na hen Maleisië op Sabah kwam voort uit een eeuwigdurende huurovereenkomst die een Brits bedrijf in 1878 met de sultan van Sulu sloot. Nog steeds maakt Maleisië elk jaar ruim 1000 euro over aan de sultan. Niet als huur natuurlijk, maar als afkoopsom. Wat Maleisië betreft hoort Sabah er voor altijd bij: daar heeft de bevolking in een referendum voor gekozen. Dat het sultanaat de huur in 1957 opzegde, maakt geen verschil.