2010/02/04 KUL professor over positieve discriminatie in Maleisië
Kuala Lumpur. Bloedheet is het op de campus van de University of Malaya. De namiddag sleept zich naar zijn einde. Dikke regendruppels, weldra onweer. Op een schriel basketbalveldje gooien vier studenten loom een balletje. Drie jongens en een elegant meisje met een zwarte hoofddoek. Ze speelt volgens de heren niet goed genoeg en krijgt nu en dan een stevige por in haar zij. Daar geniet ze van. Ze gaat nog slechter spelen.
Maleisië is een vreedzaam land. Een rechtbank besliste op 7 januari, tot spijt van sommige moslims, dat christenen het recht hebben om God Allah te noemen. Iets wat de voormalige bisschop van Breda, Tiny Muskens, in 2007 ook al aanbeval om moslims een plezier te doen. Een plezier? Hier niet dus.
Er zijn in dit multiculturele land met Maleiers, Indiërs, Chinezen, lokale stammen en Euro-Aziaten wel meer problemen. Hoewel er vrijheid van godsdienst is, mogen alleen moslims aan missionering doen. Iedereen heeft het recht om van religie te veranderen, behalve diezelfde moslims, ruim de helft van de bevolking. Bovendien worden alle etnische Maleiers geacht moslims te zijn en te blijven. Hun twijfel en hun ongeloof kunnen ze alleen in intieme kring kwijt. Niet zo goed, vinden ook moslimintellectuelen, maar hoe verander je zoiets zonder brokken te maken? Complexe vragen leiden vaak tot eenvoudige antwoorden, en die zijn doorgaans fout.
Iets anders. De Maleiers, de meerderheid van de bevolking, worden in dit land positief gediscrimineerd. Vreemd. Normaal is positieve discriminatie iets voor minderheden of voor vrouwen. Hier genieten alle Maleiers ervan. Waarom? Ze zijn armer dan de etnische Chinezen, die het land economisch draaiende houden. En ze leden meer dan andere bevolkingsgroepen onder het Britse bestuur, zo beweren ze toch, maar dat eindigde wel in 1957. Hoe dan ook, er werkt bij de overheid maar drie procent ambtenaren die geen Maleiers zijn.
Ik ben tegen positieve discriminatie. Voor u het zelf zegt: uit eigenbelang. Grauwe zelfgenoegzame mannen van middelbare leeftijd zijn de eersten die het veld moeten ruimen voor mooie, slimme juffrouwen met een exotisch tintje. Maar vooral: ongelijkheid maak je niet ongedaan door ongelijkheid. Bovendien ontneem je iemand die positief wordt gediscrimineerd het recht om briljant te zijn. Zijn of haar succes is nooit totaal, blijft altijd verdacht. Positieve actie, bepaalde groepen bewust stimuleren, dat is wat anders. Daarvoor alle sympathie.
Terug naar Kuala Lumpur, waar het ondertussen avond is geworden. Op een diner met de vicepremier zie ik de Belgische ambassadeur, Frank Van de Craen. College van Mol, retorica 1969. Een vriendelijk man met een licht Kempens accent, twee eigenschappen die voortreffelijk samengaan. De ambassadeur vindt Maleisië als multiculturele samenleving een succes. Of liever, een succesje. Want van echt, diep doorleefd, authentiek wederzijds respect is geen sprake. Het lichte misprijzen schuilt in kleine dingen. De moskeeën van de Maleiers krijgen altijd de beste plek toebedeeld. Chinese of Indische tempels moeten het stellen met locaties die wat minder zijn. Dat geldt ook voor christelijke kerken. Groepsgeest, chauvinisme, laatdunkendheid tegenover wie anders is: het zit blijkbaar in onze genen.
Positieve discriminatie ten voordele van de meerderheid illustreert deze gedachte, maar wijst tegelijk op iets anders: op tevredenheid met stagnatie. Word zoals iedereen. Zo spreekt de meerderheid tegen een minderheid die anders is dan zijzelf, en die ze heimelijk benijdt. Dat is een probleem in Maleisië, maar ook in Zuid-Afrika, bijvoorbeeld, nog zo'n uitgesproken multicultureel land. Daar verdrukte de minderheid lange tijd de meerderheid. Dat valt op termijn niet vol te houden. J. M. Coetzee beschrijft prachtig de sfeer tijdens de laatste decennia van de apartheid. De blanken hadden het voortdurend over hun morele superioriteit, maar ze geloofden er zelf niet meer in, tijdens elk ernstig gesprek vluchtte hun blik. Wegkijkende ogen wijzen bij jongeren op schuchterheid, bij volwassenen op het besef van het eigen ongelijk.
Vandaag, in het democratische Zuid-Afrika, zijn de rollen omgekeerd. Sinds 1994. Hoe lang nog? Tot de meerderheid de minderheid heeft ingehaald?
Soms lijkt het alsof ongelijkheid gedoemd is om eeuwig te duren. Wie baat bij haar heeft, slooft zich uit om haar rechtvaardig te noemen. Soms gelooft hij zijn eigen argumenten.
Rik Torfs is professor kerkelijk recht aan de KU Leuven.
Zijn column verschijnt elke donderdag in De Standaard
Deel dit artikel met anderen:
Recente nieuwsberichten:
•
2016/01/14 Zoekoperatie naar MH370 stuit op scheepswrak 19e eeuw
•
2016/01/13 Voor het eerst overleg religieuze leiders in Maleisië
•
2016/01/13 Discussie over borstvoeding bereikt ook Maleisië
•
2016/01/08 Verwanten vermiste MH370 passagiers: Ze leven nog!
•
2016/01/06 Malaysia Airlines vliegt zonder bagage wegens tegenwind
•
2016/01/05 Koenders wil snel besluit over vervolging MH17-verdachten
•
2016/01/04 Zo'n twintig Russen weten wie BUK-raket op MH17 afschoot
•
2016/01/01 Maleisië: Israëlische zeilers bestaan niet op WK jeugd
•
2015/12/25 Circuit van Sepang dicht voor groot onderhoud
•
2015/12/24 Sultan van Brunei verbiedt Kerstmis
•
2015/12/24 Maleisië: ex-baas zedenpolitie de cel in om verkrachting
•
Eerder gepubliceerde berichten uit 2010
•
Links naar het nieuwsarchief