[an error occurred while processing this directive]
- 2003/05/02 Maleisië vecht zich met ICT omhoog in de wereldeconomie

Hoe sterk de opstelling van de overheid het tempo van de ontwikkeling van een kenniseconomie kan beïnvloeden, bewijst de aanpak in Maleisië. In een paar jaar tijd stampte de gemeenschap een ICT­sector uit de grond die nu al goed is voor 6,6 procent van het bruto nationaal product. De vraag dringt zich op of de centraal geleide ontwikkeling straks niet door een gebrek aan concurrentie en creativiteit piepend tot stilstand komt. Veel Maleisiërs zijn ervan overtuigd het marktdenken in de Westerse economie rechts in te kunnen halen.

Reizende door de Multimedia Super Corridor (MSC) in Maleisië dringt zich een vergelijking op met een computerspel als The Sims. Maar dan wel een spel dat groots en ruw is opgezet. De gehele strook van 50 bij 15 kilometer tussen het vliegveld KLIA en Kuala Lumpur vormt een gigantische bouwput.

Waar de werkzaamheden klaar zijn, vallen architectonische hoogstandjes te bewonderen, gezet langs lommerrijke, brede lanen.

Luxe huizen en appartementengebouwen grenzen aan plantsoenen en parken met fonteinen. Een deel van de huizen behoort tot de categorie 'smart houses'. Elk van deze huizen heeft een glasvezelaansluiting en een eigen website waarmee op afstand een aantal functionaliteiten in huis kunnen worden bediend. Maar dan, enkele tientallen meters verderop, eindigt de volgende afslag, compleet met belijning en pijlen, in braakliggend land of in een stuk oude palmolieplantage.

De man die het 'spelverloop' bepaalt, heet Mahathir Mohamad, de premier van Maleisië, lokaal bekend als Dr M. Hij leidt de Barisan Nasional partij die nationale eenheid nastreeft in een land dat na de ontsnapping aan het Britse koloniale bewind in de jaren vijftig, werd verscheurd door rellen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Mahathir is al meer dan 21 jaar de machtigste man van het land. In 1996 besloot hij dat Maleisië in 2020 de status van ontwikkeld land moet hebben bereikt. De ICT vormt het belangrijkste vehikel om dat doel te bereiken en de afhankelijkheid van traditionele inkomstenbronnen zoals mijnbouw, palmolieproductie en textiel te verminderen.

In het masterplan krijgt de nieuwe stad CyberJaya de rol die Silicon Valley in de Verenigde Staten heeft: een mix van grote, multinationale en kleine startende bedrijven, gerelateerd aan de IT­industrie.

De staat zorgt voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Het hele gebied heeft aansluiting op een reeks glasvezelringen en woonwijken verrijzen op een steenworp afstand. De bevolking van de nieuwe strook ­ nu zesduizend mensen ­ moet in acht jaar uitgroeien tot 120 duizend man. De gloednieuwe Multimedia­Universiteit zorgt met zevenduizend studenten voor een constante stroom vers opgeleide werknemers.

In 2011 moet de universiteit zelfs 12 duizend studenten onderdak bieden. De belangrijkste klant van de ICT­sector, de overheid, verhuist in zijn geheel naar de aangrenzende, eveneens geheel nieuwe stad PutraJaya.

Belangrijker nog zijn wellicht de stimulerende maatregelen die de overheid hanteert. Zo krijgen bedrijven die in aanmerking komen voor een MSC­status, minimaal vijf jaar lang vrijstelling van belasting. Bovendien kunnen zij afgestudeerden een halfjaar op proef in dienst nemen voor een eenmalige vergoeding van 250 euro. De overheid vult het salaris van de novice aan. Verder hebben de bedrijven met een MSC­status volledige vrijheid om personeel en kapitaal uit het buitenland aan te trekken.

Inmiddels hebben zo’n 844 bedrijven een MSC­status, waarvan ruim 250 buitenlandse. Elf behoren in de categorie multinationals zoals Shell, DHL, Nokia en de HSBC­bank. Softwareontwikkelaars zijn het best vertegenwoordigd, gevolgd door dienstenaanbieders op internet. Naar verwachting geven deze bedrijven dit jaar samen zo’n 1,5 miljard euro uit aan kapitaals­ en operationele investeringen. Dit bedrag groeit jaarlijks 30 tot 50 procent.

Shell opende eind 2001 zijn grootste IT­centrum ter wereld in MSC. Vandaaruit verzorgt achthonderd man de helpdesk bij computerproblemen voor alle 75 duizend bureaucomputers en 1500 servers in Shell vestigingen in 137 landen. De medewerkers kunnen op afstand de volledige controle over de computers overnemen.

Alleen bij hardwareproblemen moet er fysiek iemand langs bij de pc. Daardoor kon Shell sterk op beheerkosten bezuinigen. "Er zijn belangrijke voordelen te behalen in MSC", verklaart de lokale Shell­woordvoerster Rowina Ghazali de keus voor Maleisië. "De ondersteuning en betrokkenheid van de Maleisische overheid om MSC tot een succes te maken, vinden wij zeer indrukwekkend. We hebben dat nog nergens anders meegemaakt."

Naast de ontwikkeling van een ICT­sector in het land investeert de regering Mahathir fors in de opleiding van toekomstige 'kenniswerkers'. Voor in totaal 78 miljoen euro werd een tweejarige proef met 87 'smart schools' opgezet. Twee middelbare scholen en zes lagere scholen kregen de A­status. Dat houdt in dat per klas een computer op zes leerlingen aanwezig is plus op elke duizend leerlingen nog twee tot drie computerlabs voor de ICT­intensieve vakken. De overige smart schools, de B­ en B+­ categorie, hebben een soberder ICT­inrichting, maar beschikken over minimaal een computer per klas en verschillende computerlabs.

Tegelijkertijd ging het sterk verouderde onderwijssysteem op de schop. De nieuwe methoden leren scholieren kennis te vergaren in plaats van het aangeboden lesmateriaal in het hoofd te stampen. Alle scholen in de proef hebben een breedbandinternetverbinding. Na de evaluatie dit jaar voorziet de overheid alle negenduizend scholen van een ICT­infrastructuur die waarschijnlijk het midden houdt tussen de A­ en de B­status.

Mahathir oogst lof onder de Maleisiërs voor zijn rigoureuze aanpak van de economie. Christopher Chen bijvoorbeeld studeerde en werkte zeven jaar in de Verenigde Staten, maar kwam terug zodra hij zag dat dit initiatief van de grond kwam. Hij zette in de MSC zijn bedrijf Mediashoppe op, dat contentmanagement­ en groupwaresystemen maakt. "Als ik in de VS was gebleven had ik waarschijnlijk nu geen eigen bedrijf", zegt Chen en wijst op de hoge kosten waarmee starters in Silicon Valley te maken krijgen.

Om zijn producten af te zetten op de Amerikaanse markt hoeft hij daar niet fysiek aanwezig te zijn, meent Chen. Tijdens zijn verblijf daar bouwde hij voldoende contacten met distributeurs op. "Onderzoek en ontwikkeling zijn voor mij veel belangrijker. De mensen die ik daarvoor nodig heb, zijn hier makkelijk te krijgen." De MSC­organisatie helpt hem bovendien zijn bedrijf in het buitenland onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld via beurzen.

Toch heeft Chen, tevens vice­president van belangenvereniging TeAM voor vijfhonderd Maleisische 'Technopreneurs', wel kritiek op de uitvoering van Mahathirs plannen. Zo ziet hij de kosten van telecommunicatievoorzieningen als een probleem. "Toen ik drie jaar geleden begon, betaalde ik 1250 euro per maand voor een 128 Kbps­verbinding. Die situatie verbetert wel. Ik heb nu een 1,5 Mbps­lijn voor 375 euro in de maand."

Hij vindt bovendien dat de overheid meer zou moeten doen om de kleine bedrijven te beschermen tegen de grote ondernemingen. Chen heeft in toenemende mate moeite om in aanmerking te komen voor de regeling om pas­afgestudeerden voordelig in dienst te nemen. "Bedrijven als HSBC bouwen hier in korte tijd een grote organisatie op en zuigen de lokale markt leeg. Zij kunnen veel meer betalen, zodat ik bovendien grote moeite heb mijn personeel vast te houden."

Enthousiaste verhalen van Shell bevestigen dat beeld. Ghazali: "De laatste drie jaar hebben wij vijfhonderd IT­professionals uit de open Maleisische arbeidsmarkt gerekruteerd. Het gemak waarmee dat lukte heeft er mede toe bijgedragen dat wij onze ambitieuze tijdlijn om de activiteiten hier op te zetten, hebben gehaald."

Jacqueline Tai, directeur van Digital Hub, een online­investeringsmakelaar, deelt de kritiek van Chen: "De aandacht ligt bij het aantrekken van grote bedrijven. Er wordt te weinig geluisterd naar de kleine entrepreneur." Zij noemt als voorbeeld de laksheid waarmee de overheid de MSC­subsidies verstrekt. "Juist kleine bedrijven zijn afhankelijk van een vlotte betaling omdat hun kasposities krap zijn. Krijgen ze bij de start­up de regeling niet op tijd rond, vertrekken zij naar plekken op de wereld waar zij beter kunnen groeien."

Ook de manier waarop de plannen worden uitgevoerd vormen geen stimulans voor maximale efficiency en kwaliteit. De overheid steekt zelf relatief weinig geld in de ontwikkeling maar geeft langlopende concessies uit aan aannemers en aanbieders van de nuts­ en telecomvoorzieningen. Zij krijgen het alleenrecht op voorwaarde dat zij het investeringsrisico volledig zelf dragen. Een voorbeeld van waar dat toe leidt, is de ervaring dat internetverbindingen vaak urenlang niet of zeer traag werken, ondanks een supersnel netwerk. Mevrouw Tay, lerares Engels en Malay op de smart school met A­status in PutraJaya, zegt dat de verbinding zeker twee tot drie maal per week enkele uren uitvalt. Voor ingenieur Elcid Labaquez is de gebrekkige dienstverlening zelfs reden om geen gebruik te maken van de glasvezelaansluiting in zijn 'smart home'. Hij koos twee jaar geleden bewust voor een woning in CyberJaya ondanks het feit dat die plek niet gunstig was voor zijn werk aan de elektronische installaties op offshore platformen in de Straat van Malakka. "Het eerste jaar kon ik op proef de glasvezelaansluiting gratis gebruiken. Toen werkte de dienstverlening ook al slecht. Na een jaar moest ik gewoon 15 euro per maand betalen. Dat vond ik te veel voor een dienst die zo vaak hapert. Dus, ondanks dat ik veel gebruikmaak van internet, doe ik dat maar gewoon met mijn modem en een inbelverbinding."

Niet iedereen ziet de MSC dan ook als de ideale vestigingsplaats. Ronald Kleverlaan werkte een halfjaar aan de oprichting van een vestiging van zijn bedrijf in de MSC maar zag er onlangs van af. Kleverlaan is directeur en oprichter van de Portalgroup, een bedrijf dat software maakt waarmee hotels zich gemakkelijk op internet kunnen profileren. Om de Zuidoost­Aziatische markt te benaderen, maar ook om de software verder te ontwikkelen, onderzocht hij vestigingsmogelijkheden in Maleisië. Zijn inschatting van de kwaliteiten van het beschikbare lokale personeel vormde echter een belangrijke factor zijn aandacht naar Vietnam te verleggen.

Kleverlaan vraagt zich af of de Maleisische manier van economische hervormingen uiteindelijk wel het gewenste resultaat oplevert. "Natuurlijk geven de MSC en de Petronas Towers een erg vooruitstrevend beeld in de richting van het buitenland, maar naar mijn ervaringen is de overheid te ver doorgeschoten hierin. Ze hebben het contact met de lokale bevolking verloren. De bevolking is nog lang niet ver genoeg opgeleid om Maleisië in 2020 tot een vooruitstrevend land te maken. De meeste technologische ontwikkelingen hier zijn door buitenlandse (Europese) bedrijven ontwikkeld, waardoor er geen lokale kennis ontwikkeld wordt in Maleisië zelf. De meeste bedrijven die nu MSC­status hebben zijn namelijk helemaal geen hightech bedrijven, maar vaak callcenters."

Volgens Kleverlaan moet de Maleisische overheid snel een einde maken aan het voortrekken van de Bumiputra, de belangrijke Maleisische bevolkingsgroep. Deze werkwijze zorgde lange tijd voor stabiliteit in het land doordat tegenwicht werd geboden aan de Chinezen die het zakenleven beheersten. "Zelfs Mahathir heeft toegegeven dat de Bumiputra lui zijn geworden en geen 'triggers' hebben om te presteren. Het opleidingsniveau is een stuk lager dan in Europa bijvoorbeeld. Dan is het beter om meer Chinezen en Indiërs op universiteiten en hogescholen toe te laten. Die worden nu vaak geweerd", zegt Kleverlaan.

Offshore werker Elcid Labaquez ondervindt de discriminatie aan den lijve. Hij kwam tien jaar geleden als Philippijn naar Maleisië maar komt nog steeds niet in aanmerking voor een permanente verblijfsvergunning. "Het komt omdat ik geen moslim ben", stelt Labaquez. Ook op de arbeidsmarkt heeft hij te maken met ongelijke kansen. "Bij goede banen gaan moslims voor, zeker bij de overheid."

Steven Tan meent dat door deze situatie zijn dromen in duigen zijn gevallen. Overtuigd van het MSC­concept verhuisde hij met zijn gezin vanuit Singapore met het doel zich permanent te vestigen en een MSC­bedrijf op te zetten. Zijn project kwam echter nooit van de grond doordat de subsidies die hem waren toegezegd, niet werden uitbetaald.

Ghazali van Shell vergoelijkt de problemen die in deze fase van de ontwikkeling optreden. "We moeten in overweging nemen dat de MSC van dit moment het resultaat is van slechts zes van de twintig jaar van geplande investeringen. Wij zijn ons bewust dat dit initiatief de verantwoordelijken voor een enorme uitdaging stelt. Wij hebben echter veel bewondering voor wat al is bereikt."

"Westerlingen hebben de neiging dit systeem af te kraken", vult Emma Jacottey aan. Zij is een in Frankrijk wonende Maleisische die westerse bedrijven helpt zaken te doen in haar vaderland. "Ik ben er zeker van dat met deze aanpak Maleisië de Westerse overlegeconomieën straks rechts gaat inhalen."

Een bezoek aan een Maleisische woonwijk maakt in ieder geval duidelijk dat het initiatief van Mahathir ook buiten de MSC breed in de bevolking wordt opgepakt. In Subang Jaya, een deels zelfstandige buitenwijk van Kuala Lumpur met een half miljoen inwoners, heeft het bestuur alle buurtcomités in de 24 wijken voorzien van softwaregereedschap om makkelijk een buurtportal te bouwen.

De bewoners zijn er enthousiast mee aan de slag gegaan en integreren internetgebruik in het dagelijks leven. Zo kunnen bewoners sinds kort hun klachten over de wijk digitaal aanleveren waardoor de behandeling nu in 24 uur verwerkt wordt. Voorheen gingen daar dagen overheen. Ook kunnen ouders de prestaties en de aanwezigheid van hun kinderen op school online controleren.

Zo’n 80 procent van de bewoners heeft volgens officiële bronnen thuis een pc en 45 procent beschikt over een internetverbinding. "Veel mensen hebben internet op het werk en een deel vindt het gebruik van internet nog lastig", verklaart Kamarudin Rasol, voorzitter van de lokale bewonerscommissie de scheve verhouding. Subang Jaya wil met een plan genaamd SJ2005 bereiken dat over twee jaar nagenoeg 100 procent van de inwoners een internetverbinding heeft. Kamarudin: "Wij hebben daarom de taak het leerproces rond internet op gang te brengen. De sociale betrokkenheid is in ieder geval in de buurt duidelijk toegenomen."


Sommige namen in dit artikel zijn om privacyredenen gefingeerd.

-
Deel dit artikel met anderen:

eKudos (NL) NuJIJ (NL) TagMos (NL) Google Yahoo My Web del.icio.us StumbleUpon Technorati Digg Facebook Reddit Furl
-

Recente nieuwsberichten:

•  2016/01/14 Zoekoperatie naar MH370 stuit op scheepswrak 19e eeuw
•  2016/01/13 Voor het eerst overleg religieuze leiders in Maleisië
•  2016/01/13 Discussie over borstvoeding bereikt ook Maleisië
•  2016/01/08 Verwanten vermiste MH370 passagiers: Ze leven nog!
•  2016/01/06 Malaysia Airlines vliegt zonder bagage wegens tegenwind
•  2016/01/05 Koenders wil snel besluit over vervolging MH17-verdachten
•  2016/01/04 Zo'n twintig Russen weten wie BUK-raket op MH17 afschoot
•  2016/01/01 Maleisië: Israëlische zeilers bestaan niet op WK jeugd
•  2015/12/25 Circuit van Sepang dicht voor groot onderhoud
•  2015/12/24 Sultan van Brunei verbiedt Kerstmis
•  2015/12/24 Maleisië: ex-baas zedenpolitie de cel in om verkrachting

•  Eerder gepubliceerde berichten uit 2003
•  Links naar het nieuwsarchief
-