Onderzoekers die zich bezighouden met het verdwenen toestel van Malaysia Airlines, met 239 mensen aan boord, gaan ervan uit dat het vliegtuig in de zuidelijke Indische Oceaan is gevlogen. Dat heeft een bron die dicht bij het onderzoek staat vandaag gemeld.

"De werkhypothese is dat het toestel zuidwaarts ging en dat het zich toen verder verplaatst heeft richting het zuidelijke einde van die hoek", zei de bron, verwijzend naar het zoekgebied dat zich uitstrekt van het westen van Indonesië naar de Indische Oceaan ten westen van Australië.

De Boeing was onderweg van de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur naar Peking. Het lijkt waarschijnlijk dat het toestel met opzet van zijn route is afgeweken. De eerste koerswijziging is namelijk niet met de hand uitgevoerd, maar door een computersysteem dat hoogstwaarschijnlijk zo was geprogrammeerd door iemand in de cockpit, meldt The New York Times op basis van Amerikaanse bronnen met kennis van het onderzoek.

Maleisische onderzoeksdeskundigen ontkennen intussen dat de koerswijziging in de boordcomputer al was ingegeven voor de cockpit zich afmeldde. De Amerikaanse zender NBC meldde eerder vandaag dat de koersverandering minstens twaalf minuten gebeurde voor co-piloot Farik Abdoel Hamid met de woorden "bon, goede nacht" afscheid nam van de vluchtleiding. Maar volgens Azaroeddin Abdoel Rahman van de Maleisische burgerluchtvaart klopt dit tijdsverloop niet.