Ruim 123 nieuwe planten- en diersoorten zijn de afgelopen drie jaar ontdekt in de oerwouden van Borneo. Ook Nederlanders deden er enkele bijzondere ontdekkingen, zo blijkt uit het rapport Borneo’s New World – Newly Discovered Species in the Heart of Borneo dat het Wereld Natuur Fonds (WNF) vandaag publiceert. Aanleiding is de viering van een inmiddels drie jaar durende samenwerking tussen Brunei, Indonesië en Maleisië. In 2007 besloten deze landen de handen ineen te slaan om het hart van Borneo, een natuurgebied dat vijf keer zo groot is als Nederland, extra bescherming te verlenen. Een overeenkomst die vruchten heeft afgeworpen, aangezien plannen om een gigantische palmolieplantage en een weg in het gebied aan te leggen het niet hebben gehaald. Opvallende creaturen zijn onder meer een kikker die in de nachtelijke uurtjes van kleur verschiet, een kleine zoetwatergarnaal met een bek vol scherpe tandjes en een gigantische wandelende tak (zie foto). Het gebied in Borneo is met een grootte van 22 hectare een van de grootste stukken aaneengesloten regenwoud in Zuidoost-Azië. Het woud vormt het leefgebied van ernstig bedreigde diersoorten als de orang-oetan, de nevelpanter, de Borneose neushoorn en de Borneose dwergolifant.

Ook Nederlandse wetenschappers deden bijzondere vondsten op Borneo. De Dendrelaphis kopsteini, een veelkleurige slangensoort, werd ontdekt door het onderzoeksteam Van Rooijen/Vogel, een Duits-Nederlandse collaboratie. De Nederlandse evolutiebioloog Menno Schilthuizen en diens Maleisische student Liew Thor-Seng stuitten op een nieuw soort naaktslak. Het dier heeft een staart die drie keer zo lang is als zijn kop. De slak – Ibycus rachelae, vernoemd naar de partner van de Nederlandse bioloog – creëert in rust een eigen nestje door zijn staart om zich heen te wikkelen. Als lid van de familie der Ariophantidae beschikt het dier bovendien over een liefdespijl. De pijl wordt tijdens het paren in de partner geduwd en draagt hormonale stoffen over die de kans op de verwekking van gezond nageslacht vergroten. WNF-directeur Johan van de Gronden: “2010 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het jaar van de biodiversiteit. Dit rapport toont aan hoe belangrijk het behoud van soorten is. Het hormoon in de liefdespijl van Ibycus rachelae is een van de duizenden nog te ontdekken chemische stoffen die de natuur rijk is. Zo’n stof vormt wellicht ooit de basis voor een nieuw medicijn.” Er zijn dus nogal wat argumenten aan te voeren die de bescherming van deze biologische schatkamer rechtvaardigen.