Van de bisschop kreeg hij te horen: 'Ga lekker door, je doet het goed'. Met een soortgelijke boodschap kwam zijn overste.
"Alleen liet die weten dat ik het kalmer aan moet doen," zegt Ferd Vergeer. "Ik zal dat straks proberen, maar ik zie een hoop werk."
Vergeer heeft er vrede mee. Diep van binnen is de 75-jarige pater zelfs blij dat de brief waarin hij aankondigde zijn taken te willen neerleggen, werd afgewezen. Eind oktober - na drie weken cursus in Rome - kan hij zodoende terug naar Maleisië, waar hij inmiddels vijftig jaar woont en werkt. "Als men in Nederland staat te trappelen om mij aan het werk te zetten, dan blijf ik misschien. Maar ik heb niet het idee dat daar behoefte aan is."
Bovendien staat er niemand te springen om Vergeer op te volgen. "Er is heel weinig jonge aanwas," aldus de pater, die het katholieke geloof met de paplepel kreeg ingegoten. "Wij woonden met elf kinderen in een boerderij aan de Hoorn 79 in Alphen. Wij vormden een erg gelovig gezin; een goede voedingsbodem voor het missiewerk dat ik doe."
|
Pater Ferd Vergeer is vijftig jaar werkzaam als missionaris in Maleisië. (Foto: Liesbeth van der Vis) |
Als kind hoorde Vergeer de verhalen over zendelingen aan en al vroeg sloeg de vonk bij hem over. "Het is op de lagere school op een kinderlijke manier begonnen. Praktisch elke dag kregen we godsdienstonderwijs, waarbij boekjes van missionarissen werden gebruikt. Dat leek mij wel wat. Arme mensen helpen. Die koppensnellers en heidenen daar zouden allemaal naar de hel gaan, als ze niet snel werden geholpen."
In twaalf jaar tijd werd de geboren Alphenaar klaargestoomd voor het missiewerk, met de priesterwijding als bekroning. "In 1958, na de kerst, ben ik met de boot naar Maleisië vertrokken. De reis duurde ruim een maand. Ik had het idee in Maleisië mensen te gaan ontmoeten die eruit zagen als de koppensnellers die ik op plaatjes had gezien. Met een schild en een speer in de hand. Het was 40 kilometer rijden naar de missiepost, maar ik heb er onderweg niet een gezien."
Navraag leerde hem dat de native population, de oorspronkelijke bewoners, beschaafde mensen waren. "De kinderen zaten netjes gekleed in het schoolgebouw," zegt Vergeer, af en toe zoekend naar het juiste Nederlandse woord.
Dagelijks staat hij om zes uur op om te beginnen met een uur gebed en meditatie, gevolgd door het ontbijt. Zijn standplaats in Maleisië is Sibu, vanwaar Vergeer het land intrekt.
"Er zijn dorpen bij die eens in het half jaar een bezoekje krijgen. Dan moeten zaken soms worden rechtgezet," zegt Vergeer. Hij legt uit: "Na zoveel maanden hangt de zondagdienst aan de kapstok. Bijvoorbeeld doordat het oogsttijd is, of doordat de gebedsleider niet aanwezig is."
De worsteling met het katholieke geloof ziet de pater ook in de stad. "Veel mensen trekken daarnaartoe. In hun dorpje hielden ze nog heel devoot de zondagdienst. In de stad weten ze de kerk niet te vinden en zijn er taalproblemen. Het geloof wordt dan vaak vergeten."
Het grootste deel van zijn tijd in Maleisië heeft Vergeer echter doorgebracht in het binnenland, bij de longhouses. "De mensen wonen daar met twintig families in een lang huis. Iedereen bouwt zijn eigen huis daartegenaan. Aan de voorkant is een overdekte veranda van zeven of acht meter breed. Dat is de straat. Handig als je naar die mensen toe gaat. Je roept naar links en rechts en iedereen komt naar buiten."
Hoewel de mensen op het platteland veelal arm zijn, staat de deur altijd open voor bezoekers. Vergeer: "Het is niet 'Wat mot je?,' maar 'Kom binnen.' De mat wordt uitgespreid. Je krijgt thee of koffie. En wanneer je daarmee bezig bent, vragen ze eens wat je komt doen. Heb je niets bijzonders, dan ben je nog steeds welkom. Is het etenstijd, dan verschijnt er eten op tafel. Je mag ook 's nachts blijven. Die gastvrijheid is Nederland aardig kwijt."
Toch komt Vergeer om de twee jaar graag terug naar Alphen voor het ontmoeten van familie en vrienden. "Het is fijn om hier een televisie, computer en lekker eten te hebben. Daar geniet ik van. Het heeft echter ook een keerzijde. Hoe kan iemand al deze dingen hebben, zonder dat zijn geloofsleven daar onder lijdt? Van die worsteling merk ik nog maar weinig in Nederland. Hier hangt een sfeer van: doe wat je wilt en niet wat de geboden zeggen of wat God zegt. Als je het daarover hebt, haken mensen af."
Zondag wordt om half elf zijn 'gouden priesterjubileum' gevierd in de Alphense Pius X-kerk. Later op de dag volgt een receptie. "Maar ik ga terug, want het werk is nog lang niet klaar."