Het gaat niet goed met de Borneodwergolifant, laat het Wereldnatuurfonds (WNF) donderdag weten. Een recente studie van de
organisatie heeft uitgewezen dat er vanwege zijn snel slinkende leefgebied waarschijnlijk nog maar duizend exemplaren van
de diersoort over zijn. Dat is aanzienlijk minder dan eerdere schattingen van rond de 1600.
De Borneodwergolifant kan tot een meter kleiner zijn dan Aziatische olifanten en staat bekend om zijn vredelievende
karakter en neiging om gulzig te eten, waarbij hij vruchten in zijn geheel doorslikt. Met satellietapparatuur is
vastgesteld dat de dieren, die alleen op de noordoostelijke punt van Borneo voorkomen, oerwouden op vlak terrein en in
riviervalleien als leefgebied prefereren. Dat is precies het type terrein dat de afgelopen tijd ten prooi is gevallen aan
grootschalige boomkap om plaats te maken voor het aanplanten van oliepalmen.
De Borneodwergolifant werd pas in 2003 na DNA-onderzoek als aparte ondersoort van de Aziatische olifant onderscheiden.
Eerder verkeerde men in de veronderstelling dat de dieren afstamden van een gedomesticeerde kudde olifanten die in de 17de
eeuw op het eiland werd achtergelaten door de sultan van Sulu. De soort komt ondanks zijn geringe aantal niet voor op de
zogeheten Rode Lijst van beschermde diersoorten.
Een plan om een gebied van 240.000 vierkante kilometer regenwoud te redden op de grens van Indonesië, Maleisië en Brunei,
moet de overgebleven kuddes Borneodwergolifanten de komende tijd een heenkomen bieden.
|
Een van de laatste Borneodwergolifanten. |