De twaalfjarige Puteri pakt een grote, oranje pil en stopt hem in haar mond. Met twee slokken water lukt het haar om hem door te slikken. Ze fronst als ze naar het schoteltje in haar hand kijkt. Er liggen nog drie andere pillen van verschillende grootte en kleur op, die ze ook nog weg moet zien te werken.

Het innemen van haar medicijnen behoort niet tot de favoriete bezigheden van Puteri (niet haar echte naam), maar ze weet dat ze goed voor haar zijn. Het meisje verlangt naar de dag dat ze de pillen vaarwel kan zeggen en er eindelijk kan uitzien als een gezonde tiener. "Ik droom van genezing," zegt ze.

Of Puteri ooit gezond zal zijn, is de vraag. Ze is geboren met hiv. Toen ze nog klein was, zijn haar beide ouders aan de gevolgen van aids overleden. Tot december vorig jaar woonde ze bij haar oma in de noordelijke staat Kedah. Omdat haar grootmoeder de zorg voor haar niet meer aankon, verhuisde Puteri naar een tehuis in Kuala Lumpur waar meer kinderen wonen die getroffen zijn door hiv en aids. Ze moet er erg wennen. "Soms ben ik bang, ik weet niet waarom," zegt ze. "Soms voel ik me verdrietig. Ik mis mijn ouders en mijn familie."

In het tehuis wonen veertien kinderen en de meesten zijn een of beide ouders kwijtgeraakt omdat die aids hadden. Anderen zijn in de steek gelaten. Ze zijn allemaal op de een of andere manier het slachtoffer van de ziekte. Volgens officiële schattingen zijn minstens duizend kinderen in Maleisië geïnfecteerd met hiv. Aidsgroeperingen denken dat er nog veel meer kinderen seropositief zijn, maar doordat ze niet allemaal worden getest is hun exacte aantal niet bekend. Steeds meer vrouwen raken besmet met hiv en daardoor worden ook meer baby's met het virus geboren.

Maleisië doet in samenwerking met Unicef meer inspanningen om te voorkomen dat moeders het aidsvirus op hun kinderen overdragen. Zwangere vrouwen kunnen zich in overheidsklinieken laten testen op hiv. Degenen die besmet zijn, krijgen een behandeling met aidsremmers en hulp aangeboden. De vrouwen die meedoen, worden voor de rest van hun leven van gratis aidsremmers voorzien. Hun baby's krijgen ook een behandeling en worden regelmatig op de aanwezigheid van het aidsvirus getest.

Siti (niet haar echte naam) woont op het eiland Langkawi en is moeder van vijf kinderen. Ze hoopt dat dankzij deze hulp haar kinderen geen hiv hebben. Siti werd besmet door haar man, die in januari is overleden. Ze kwam er pas achter dat zij hiv had, toen ze vijf jaar geleden in verwachting was van haar vierde kind.

"Toen ik erachter kwam dat ik seropositief ben, verloor ik alle hoop. Ik was bang dat ik het virus op mijn baby zou overdragen," zegt ze. "Maar in de kliniek hoorde ik dat ik medicijnen zou krijgen die mijn kind zouden redden. Toen voelde ik me wat beter."

Inderdaad werd Siti's baby vrij van hiv geboren. Vier jaar later raakte ze in verwachting van haar jongste dochter. Het meisje is nu negen maanden oud en is niet besmet met het aidsvirus. Pas als ze twee jaar oud is kunnen de artsen met zekerheid zeggen dat ze geen hiv heeft.