Het Maleisische hooggerechtshof heeft woensdag geweigerd de bekering van een vrouw tot het christendom officieel te erkennen. De uitspraak deed veel stof opwaaien in het land dat gebukt gaat onder religieuze spanningen.

Drie rechters van het federale hof hebben het hoger beroep van de 43-jarige Lina Joy afgewezen. Zij probeert al jaren haar afwijzing van de islam officieel erkend te krijgen. De rechter verbiedt Joy niet om zich te bekeren tot het christendom, maar eist dat dit wordt erkend door islamitische, religieuze autoriteiten.

Joy heette tot haar bekering Azlina Jailani. Het is wel gelukt om haar nieuwe naam op haar identiteitspapieren te krijgen, maar ze wil ook dat de geloofsaanduiding 'islam' van haar papieren wordt geschrapt. De autoriteiten weigeren dat te doen zolang zij niet voor een islamitische rechtbank is verschenen die bevoegd is haar afvalligheid te erkennen. Tegen die beslissing was Joy in beroep gedaan, waarbij zij als argument aanvoerde dat zij nu christen is.

In Maleisië is 60 procent van de bevolking moslim. De islamitische rechtbanken beslissen over familiezaken voor moslims, zoals scheidingen en erfenissen. De burgerlijke rechtbanken zijn voor familiezaken van alle niet-moslims en voor strafrechtelijke zaken. De situatie is verwarrend voor mensen als Joy. Daardoor werd met spanning uitgekeken naar de uitspraak van het federale hof.

Joy kan nu niet trouwen met haar christelijke verloofde. Onder Maleisische wetgeving moeten niet-moslims die een moslim willen huwen zich eerst bekeren tot de islam. Mensen die zich afwenden van de islam riskeren naar een heropvoedingskamp gestuurd te worden. Daar moeten ze spijt betuigen en hun besluit herroepen.

Volgens de Arabische nieuwszender al-Jazeera hebben Joy, haar verloofde en haar advocaten hebben doodsbedreigingen gekregen. Ook hebben islamitische groeperingen in de straten geprotesteerd. Het oordeel wordt gezien als een precedent voor andere zaken waarin oud-moslims om geloofserkenning vragen. Een Maleisische mensenrechtenorganisatie noemt het besluit "een flinke stap terug" voor het Aziatische land.