De Maleisische politie heeft zich schuldig gemaakt aan inbreuken op de mensenrechten en excessief geweld toen ze vorig jaar november een einde maakte aan
een demonstratie van de oppositie. Dat constateert de nationale commissie voor de mensenrechten, die in april 2000 met is ingesteld, in haar eerste
rapport. De politie zette waterkanonnen en traangas in tegen vijfduizend aanhangers van de afgezette vice-premier Anwar Ibrahim.