- 1997/09/27 Mahathir Mohamad Maleisië's megalomane profeet

Zijn gehamer op Aziatisch zelfbewustzijn en het economisch succes van Maleisië maakten premier Mahathir Mohamad tot het boegbeeld van de Tijger-landen. Zelfs de recente valutacrisis bracht hem niet van zijn stuk. Soros heeft het gedaan, riep hij in Hongkong. In eigen land groeit de kritiek op zijn megalomanie. "We hebben luchtkastelen gebouwd."

Eigenlijk houdt de 71-jarige leider van Maleisië wel van een beetje tegenwind. Het houdt hem scherp. Daarom trok hij zich aanvankelijk niets aan van de malaise op de effectenbeurs en de koersval van de ringgit, de Maleisische munt. Op een met veel vuurwerk omlijste receptie hield hij eind augustus de Maleisische haute finance voor dat het buitenlandse roofridders waren, die de economie plunderden.

"We kunnen niet toestaan dat anderen ons hun wil opleggen", zei hij. De booschap was duidelijk: Mahathir stond op de kantelen om het Maleisische fort te verdedigen. Hij had er net twee maanden vakantie op zitten die speculatie over een mogelijk aftreden hadden gevoed, maar hij was vlak voor het veertigjarig bestaan van zijn natie weer helemaal terug.

In de zestien jaar van zijn premierschap heeft de Maleisische staatsman zijn land een veel prominentere plaats in de wereld bezorgd dan op grond van zijn 21 miljoen inwoners te verwachten is. En als het Aziatische wonder een woordvoerder heeft, dan heet hij Mahathir.

De alomtegenwoordige premier mag zijn mening graag kwijt. Hij heeft niet alleen verstand van snelle economische groei, maar ook van de toepassing van de islam, de kwaadaardigheid van het westen of de noodzaak om niet langer damesondergoed in het openbaar aan de waslijn te hangen.

Thailand moest vernederd om steun aankloppen bij het Internationaal Monetair Fonds, nadat de bath sinds begin juli met 40 procent was gezakt. Andere presidenten in de regio hielden wijselijk hun mond, toen de storm tientallen procenten van hun valuta afblies. Alleen Mahathir legde de schuld bij de internationale speculanten: immoreel noemde hij ze.

Hij schroomde niet om vorige week zaterdag in een bliksembezoek aan Hongkong de internationale financiële gemeenschap, daar bijeen voor de jaarvergadering van IMF en Wereldbank, een uitbrander te geven over Zuidoost-Azië's valutacrisis. En hij had in het hol van de leeuw een uitdagende verrassing in petto: Maleisië zou de handel in valuta aan banden leggen.

Nog vóór zijn aartsvijand, de Amerikaanse financier George Soros, hem een dag later "een gevaar voor zijn eigen land" had genoemd, was de kwikzilveren premier alweer verdwenen. Terug naar Kuala Lumpur om een contract te tekenen met de directie van Citroën over een nieuw model voor Proton, de nationale automobielfabriek en een van zijn troeteldieren.

Zijn tomeloze energie paart hij aan een vast vertrouwen in 'Visie 2020', de geloofsbelijdenis en routekaart die Maleisië de komende twee decennia moet opstuwen tot een hoog ontwikkeld land. Maar hij uitte in Hongkong voor het eerst twijfel over de haalbaarheid. 'De westerse valutaspeculanten hebben 20 procent van onze rijkdom gestolen en het land tien jaar teruggezet op de weg naar ontwikkeling', sprak hij verbitterd.

Het leek of hij niets geleerd had van vijf september, de dag waarop hij de aandelenhandel beperkingen oplegde en de beurs volledig instortte. Het was Mahathirs grootste vernedering. Hij moest binnen 24 uur een draai van 180 graden maken, om de rust op de financiële markten enigszins te herstellen.

Afgelopen maandag kelderde de ringgit na zijn uitspraak over de valutahandel nog 3 procent. Pas toen duidelijk werd dat Anwar Ibrahim, zijn minister van Financiën en beoogde opvolger, helemaal geen harde beperkingen wilde van de valutahandel, herstelde de veelgeplaagde munt zich enigszins.

Mahathir kwam verfomfaaid uit de strijd. De bankiers in Hongkong hadden gelachen om zijn ideeën. Zijn land bevindt zich in een identiteitscrisis, waarbij onzekerheid over de economie en de smog de boventoon voeren. Dat moet een gevoelige snaar raken bij de assertieve premier, die zich bij zijn aantreden in 1981 ten doel had gesteld de Maleisiërs trots op hun eigen natie bij te brengen.

Hij erfde een land dat etnisch hopeloos verdeeld was tussen Maleisiërs (55 procent), Chinezen (30 procent), Indiërs (10 procent) en inheemse Borneose volkeren (5 procent). Op autoritaire manier drukte hij de rassenproblemen weg. Met positieve discriminatie gaf hij de economisch achtergebleven Maleisiërs hun gevoel voor eigenwaarde. Hij steunde de islam, zonder te vervallen in fundamentalisme.

Zelf werd Mahathir op achttienjarige leeftijd gepasseerd voor een beurs in Groot-Brittannië. Hij ging medicijnen in Singapore studeren, maar hield de rest van zijn leven een wrok tegen de voormalige koloniale mogendheid. De jonge arts was nog geen premier of hij startte een campagne 'Koop geen Britse waar'.

Hij wond zich op over activisten voor mensenrechten en democratie, die volgens hem Zuidoost-Azië klein wilden houden. Om aan de invloed van het arrogante westen te ontsnappen, was het nodig dat Azië op eigen kracht vertrouwde. Hij wreef Japan onder de neus dat het maar eens afgelopen moest zijn met die excuses over de Tweede Wereldoorlog.

In zijn streven naar meer zelfvertrouwen gaf de premier zijn land een eigen automobielfabriek. De snel rijker wordende middenklasse kocht massaal de Protons, die nu Kuala Lumpurs drukke boulevards verstoppen.

'Malaysia Boleh', 'Maleisië kan het', hield de premier zijn volk voor. De hoofdstad moest de etalage worden van deze gedurfde sprong voorwaarts. Overal gingen wolkenkrabbers omhoog. Met een gemiddelde groei van 8 procent is het land dat vroeger van rubber en tin moest rondkomen, na China de snelst ontwikkelende economie in de regio.

Maar achteroverleunen in tevredenheid is niet des Mahathirs. Hij ontleende aan zijn succes niet alleen het recht om namens de regio te spreken, hij wilde ook verder vooruit. Onvermoeibaar bracht de premier het Maleisische product aan de man. In ruil daarvoor wilde hij investeringen in verslavende mega-projecten.

De lijst van prestigebouwwerken is indrukwekkend. "Je moet in het groot denken", is een van zijn gevleugelde uitspraken. 's Werelds langste brug tussen het Maleisische schiereiland en Sumatra mag dan nauwelijks verder zijn dan de tekentafel, andere miljardenplannen werden voortvarend ter hand genomen.

Twintig miljard gulden voor een nieuwe stad in het zuiden, veertien miljard voor een nieuwe hoofdstad, Putrajaya. Het meest ambitieus is de Multimedia Supercorridor, een Silicon Valley die van Putrajaya naar Cyberjaya moet lopen, en het land tot een geavanceerde hoofdrolspeler in het informatietijdperk moet maken. Daarnaast zijn verscheidene kostbare vliegvelden en metrosystemen gepland en wordt in de oostelijke staat Sarawak aan de Bakun-dam gebouwd. Kosten: elf miljard gulden. Mahathir neemt erg veel hooi op zijn vork.

De Petronas-torens in Kuala Lumpur, met 455 meter de hoogste ter wereld, zijn minder kostbaar en hebben de stad op slag beroemd gemaakt. Maar de inrichting van het bouwwerk, dat aan de buitenkant net is voltooid, verloopt tergend langzaam.

De 'tijgercrisis' van afgelopen zomer heeft de hardlopende premier gedwongen om enkele projecten te vertragen. Uitstel wordt geen afstel, zo bezweert hij. Zijn timide tegenstanders durven nu evenwel kritiek te spuien: "We krijgen de rekening gepresenteerd voor onze uitspattingen uit het verleden", zegt Lim Guan, parlementslid voor de oppositie. "We hebben luchtkastelen gebouwd."

Economen zijn bang dat de spilzucht van de premier tot een kettingreactie van rampen leidt. De angst wordt gevoed door Mahathirs wispelturige keuzes van uitvoerders van zijn grootse ideeën. De premier heeft een zwak voor branieschoppers: Ting Pek Khiing, de miljonair die de Bakun-dam mag bouwen, haalde het contract binnen nadat hij in 53 dagen een hotel uit de grond stampte. Zijn bedrijf, dat er volgens economen in Kuala Lumpur financieel belabberd voorstaat, heeft geen enkele ervaring met stuwdammen en waterkrachtcentrales.

En een ondernemer die de verliesgevende Perwaja-hoogovens weer gezond mocht maken, joeg dat bedrijf vorig jaar over de kling met achterlating van vijf miljard gulden aan schulden. Dergelijke uitwassen zijn volgens de oppositie te wijten aan het ontbreken van tegenspel.

"Mahathir beschouwt het kabinet en de regeringspartij als zijn persoonlijk eigendom", zegt politiek commentator K. Jomo. "Hij denkt dat hij alles weet en duldt geen tegenspraak."

Bekend is dat kabinetsleden geen kritische vragen durven stellen. Fan Yew Teng, een politieke columnist, zegt: "Politici die voor hun principes durven staan, is een korte carrière beschoren."

Maleisische media zwaaien de grote vader des vaderlands het liefst lof toe. Boekwinkels in Kuala Lumpur liggen vol met bewierrokende werken als de door Oxford University Press uitgegeven Paradoxen van het Mahathirisme, een intellectuele biografie.

De opstellers van rapporten bij de talloze investeringsbanken in Kuala Lumpur staan onder druk om negatieve informatie over het regeringsbeleid achter te houden. Zelfs nu het land gedompeld is in een deken van rook, mist en uitlaatgas, is de pers voorzichtig met kritiek op de stuntelende regering. Alleen de Chineestalige kranten durven beschroomd hun ongenoegen te ventileren over de trage regeringsreactie op de gevolgen van de bosbranden.

De premier verdween eergisteren op een rondreis naar Latijns Amerika, te beginnen met Cuba. Er is niemand die opmerkt dat hij in deze tijd van grote nood beter als kapitein op zijn schip had kunnen blijven.

Buitenlandse kritiek heeft Mahathir steevast afgedaan als kleinzielige jaloezie. Met name milieu-activisten konden rekenen op zijn hoon: "Het westen gunt Azië zijn voorspoed niet." Bijzonder gevoelig lagen de acties tegen het ongelimiteerd kappen van tropisch regenwoud, een van de grote valutaverdieners.

Het is wrang dat bij de aanstichters van de branden in Indonesië Maleisische houtmaatschappijen tot de voornaamste boosdoeners behoren. Zij rapporteren nu schoorvoetend aan de regering en beloven schuldbewust bij te dragen aan fondsen voor de bestrijding van de branden. Maar andermaal staat niemand op die hen aan de schandpaal nagelt.

Het kuddedenken is volgens criticus Fan de voornaamste bedreiging van het Maleisische wonder. Begin september uitte Patrick Lim, de voorzitter van de investeringsvereniging, kritiek op Mahathirs onzalige beursbreidel. Twee dagen later stond Lim weer helemaal achter zijn premier. "Dit gebrek aan ruggegraat breekt ons nog eens op", zegt Fan Yew Teng.

Maar de premier heeft weinig op met westerse democratie. Hij legt de nadruk op het allesoverheersende gemeenschapsbelang, dat ver boven individuele wensen en eisen uitgaat. Maar dat is volgens Fan een generatiekwestie. "Mahathir wordt oud. Jongere politici zullen meer vrijheid moeten tolereren. Een vrije pers à la Thailand of de Filipijnen kan niet uitblijven."

En het is sneu voor de premier dat de Amerikaanse financier Soros zijn vinger op dezelfde zwakke plek legde: "Niet de actie van internationale valutaspeculanten, maar het gebrek aan kritische media is de oorzaak van de Maleisische problemen."
-

Recente nieuwsberichten:

•  2016/01/14 Zoekoperatie naar MH370 stuit op scheepswrak 19e eeuw
•  2016/01/13 Voor het eerst overleg religieuze leiders in Maleisië
•  2016/01/13 Discussie over borstvoeding bereikt ook Maleisië
•  2016/01/08 Verwanten vermiste MH370 passagiers: Ze leven nog!
•  2016/01/06 Malaysia Airlines vliegt zonder bagage wegens tegenwind
•  2016/01/05 Koenders wil snel besluit over vervolging MH17-verdachten
•  2016/01/04 Zo'n twintig Russen weten wie BUK-raket op MH17 afschoot
•  2016/01/01 Maleisië: Israëlische zeilers bestaan niet op WK jeugd
•  2015/12/25 Circuit van Sepang dicht voor groot onderhoud
•  2015/12/24 Sultan van Brunei verbiedt Kerstmis
•  2015/12/24 Maleisië: ex-baas zedenpolitie de cel in om verkrachting

•  Eerder gepubliceerde berichten uit 1997
•  Links naar het nieuwsarchief