Maleisië staakt een aantal grote investeringsprojecten in reactie op de financiële crisis waarin het land verkeert. Tegelijkertijd wil het de gewone handelspraktijken op de beurs, die onlangs waren opgeschort, weer door laten gaan.

Premier Mahathir Mohamad maakte gisteren bekend dat voorlopig niet zal worden begonnen met onlangs aangekondigde projecten zoals de bouw van een luchthaven en verschillende snelwegen. Ook de omstreden bouw van de Bakun-stuwdam in de regenwouden van de provincie Sarawak, een project van ruim negen miljard gulden, gaat voorlopig niet door.

Maleisië heeft eerder deze week gedreigd een wet die is bedoeld voor de bescherming van de binnenlandse veiligheid, de ISA, te gebruiken tegen inwoners die betrokken zijn bij 'manipulatie' van de financiële markten. De dreiging was voldoende om menig financieel analist, die de onrust op de aandelenbeurs van Kuala Lumpur tot nu toe van commentaar had voorzien, de mond te snoeren.

"Vergeet het maar. Ik zeg niets meer openlijk. Er is een ware heksenjacht aan de gang", aldus een medewerker van een effectenhuis. Anderen weigerden elk commentaar omdat ze arrestatie vrezen.

Het mogelijk inzetten van de Binnenlandse Veiligheidswet heeft gisteren niet de rust op de financiële markten terug gebracht. De index van de beurs van Kuala Lumpur, die al negen dagen achtereen omlaag was gegaan, verloor gisteren nog eens bijna 3 procent. Daarmee is het totale verlies dit jaar al op meer dan 50 procent gekomen.

De Binnenlandse Veiligheidswet stamt nog uit de tijd dat Maleisië een Britse kolonie was. De wet was bedoeld om een opstand onder de Maleisische bevolking, eind jaren veertig en in de jaren vijftig, te onderdrukken. De wet geeft de mogelijkheid iemand voor onbepaalde tijd vast te houden. Na de onafhankelijkheid in 1957 gebruikte de Maleisische regering de wet om oppositie en radicale religieuze leiders de mond te snoeren. Het zou de eerste keer zijn dat de wet tegen economische vergrijpen wordt ingezet.

Ook de Maleisische munt, de ringgit, moest terrein prijsgeven. De koers van de munt daalde tegenover de Amerikaanse dollar tot het laagste niveau in 24 jaar.

De Maleisische premier heeft in de afgelopen weken herhaaldelijk buitenlandse speculaten ervan beschuldigd achter de financiële crisis in zijn land te zitten. Mahathir noemde beleggers die ringgits verkopen afgelopen woensdag nog 'racisten'. Buitenlanders zijn volgens hem "niet blij dat wij steeds welvarender worden".

Premier Mahathir presenteerde donderdag het steunfonds van 60 miljard ringgit (ruim 41 miljard gulden) om de koersen op de beurs van Kuala Lumpur op te krikken.

Behalve de ringgit zijn gisteren ook de Indonesische roepia en de Filipijnse peso verder weggezakt. Ook de Indonesische regering trekt vergeefs aan de noodrem. Een renteverlaging, importbeperkende maatregelen en uitgavenvermindering mogen niet baten.

De peso is ondanks ingrijpen van de centrale bank tegen een oplopende rente ook niet te houden. Voor een dollar moest 32,41 peso worden neergeteld tegen 31,70 peso woensdag laat. Verder stond de Thaise baht onder druk. De Singaporese dollar ontsnapte evenmin aan de malaise, maar het verlies was miniem.

Behalve op de valutamarkten was het gisteren ook onrusten op enkele aandelenmarkten in Azië. Vooral de effectenbeurs van Taiwan moest het ontgelden.