1992/01/25 Veelkleurig Maleisië trots op gebrek aan enge ziektes
Een spanningsvrije smeltkroes - Maleisië is bang dat dit imago niet lang meer goed is om drommen toeristen te trekken. En dus wordt nu de natuur ontgonnen als lokker. In de jungle of op het wilde water is de hitte heel wat draaglijker dan in de steden, en strand is er in overvloed. Een andere mogelijkheid: per stuiterende speedboot in galop langs de eilandjes voor de westkust van het land.
In toeristengidsen wordt de luxe van Maleisië onbeschaamd aangeprezen. "Wie Azie wil leren kennen doet er goed aan met Maleisië te beginnen omdat men er rond kan lopen zonder direct te worden geconfronteerd met mensonterende armoede en ellende." Het is klam en broeierig weer die novemberdag. De hele nacht heeft het flink geregend en de vroege zon heeft van de hoofdstad een sauna gemaakt. Het is druk op straat in Kuala Lumpur en inderdaad is er geen bedelaar te zien. De files worden veroorzaakt door de grote schoolvakantie. Veel Maleisische ouders zijn een dagje uit en gaan met hun kinderen naar de dierentuin of het park om de apen te voeren.
De vakantie valt midden in het regenseizoen, omdat het in deze tijd voor leerlingen soms moeilijk is de school te bereiken. Het ongunstige tijdstip heeft niet tot protesten geleid; het land is in de ban van de economische 'big boom' en accepteert dus iedere praktische oplossing.
Bij het binnenrijden van de hoofdstad springt direct een groot videoscherm met het jaartal 2020 in het oog. Het moet de Maleisiërs er dagelijks aan herinneren dat er gewerkt dient te worden om het land in vliegende vaart hogerop te brengen op de wereldranglijst. De regering is al aan het zesde 'economische plan' bezig en er zullen er nog vele volgen voor het magische jaar is aangebroken.
Naast tin, palmolie, petroleum en tropisch hout hebben de Maleisiërs ontdekt dat zij nog een belangrijk verkoopartikel hebben: toerisme. De directeur van het Maleisisch Toeristenbureau TDC, Ahmad Bakri Shabdin, vertelt trots dat zijn regering dit jaar voor het eerst een aparte post op de begroting heeft vrijgemaakt voor toerisme. "Voorheen heette het dienstverlening, maar met zestigduizend werknemers in de toeristenindustrie kan de overheid niet meer om ons heen."
In het laatste plan is tot 1995 vijfhonderd miljoen uitgetrokken voor verbetering van toeristische attracties en accommodaties. Kuala Lumpur - de Maleisiërs noemen hun hoofdstad het liefste KEE EL, dat klinkt internationaal en iedere buitenlander kan het verstaan - lijkt nog het meest op een uit de grond gestampte wereldstad. Ondanks een overvloed aan ruimte bouwen de maleisiers het liefst de lucht in. Reusachtige, spierwitte kantoortorens domineren de hoofdstad. Het stadsbestuur heeft geen tijd om over zoiets als monumentenzorg na te denken. Pal achter schitterende oude moskeeen en tempels verrijzen gebouwen van minstens dertig verdiepingen.
De gids, die een groep van acht journalisten in een week Maleisië moet laten zien, wijst naar het eerste fietspad. Het is aangelegd om de brommer, het meest geliefde vervoersmiddel, van de weg te houden. Veel helpt het niet, de meesten manoeuvreren nog tussen de auto's door.
Nummer een in de aanprijzingen van het land staat de 'muliticulturele' samenleving. In propagandafilmpjes lokken de toeristenbureaus de mensen naar de Chinese familiehuizen, de hindoetempels en de moskeeen en verzekeren hen dat al die culturen en godsdiensten vredig naast elkaar leven. 'In een straat vindt u een moskee naast een hindoetempel, dat is het unieke van Maleisië.'
Die culturele verscheidenheid verkoopt goed, maar het is minder vredig dan het lijkt. Met ergernis accepteert de autochtone bevolking het succes van de Chinezen. De Maleisiërs maken iets meer dan de helft van de totale bevolking uit en zij voelen voortdurend de hete adem van de migranten in de nek. De oorspronkelijke bevolking, de Maleiers, voelen zich al jaren in het nauw gedreven door de grote groepen immigranten die in het land zijn neergestreken. De regering schrok zich in 1980 een ongeluk toen bij een volkstelling bleek dat er bijna evenveel Chinezen waren als 'echte' Maleiers. Om niet in eigen land een minderheid te worden moest de regering wel een concessie doen aan de 'migranten'. Mensen die konden aantonen dat er ook Maleis bloed door hun aderen stroomt, mochten zich Bumiputra noemen, zonen van het land. Zo kreeg de 'autochtone' bevolking weer een aardige meerderheid.
Chinezen klagen het meeste over discriminatie. Over de ongelijke kansen in het onderwijs, waar een Maleier altijd voor gaat. Of over de subsidies die Maleiers van de overheid krijgen bij het kopen van een huis of het opzetten van een bedrijf. De Maleise Maleisiërs zien dat niet als discriminatie: "De Chinezen hebben hun eigen scholen en als zij subsidie willen op hun huis dan moeten ze daar zelf maar een voorziening voor treffen" , oordeelt een van onze gidsen.
In het dagelijks leven is voor een buitenstaander die discriminatie niet zichtbaar. Sterker nog, het lijkt eerder op een perfecte 'smeltkroes'. Op straat wemelt het van de mobiele eetkarretjes. Omgebouwde bakfietsen met een grote gaspit waarop in een wadjang de heerlijkste gerechten worden gemaakt. In de eerste dagen is het moeilijk een keuze te maken tussen de Indische, Maleise, Tamil, hindoestaanse of Chinese keuken.
Voor een Nederlander is het 'succes' van de Chinezen, die in Maleisië grote bedrijven bezitten, het toppunt van integratie. Op de veerboot naar Penang, een eiland dicht bij de grens met Thailand, worden de reizigers rustig gehouden met karatefilms die maar liefst in drie talen worden ondertiteld: Chinees, Maleis en Engels. De teksten nemen de helft van het beeld in beslag.
Ook in de toeristenindustrie doen de Chinezen het goed. En dat hebben zij voornamelijk 'te danken' aan het feit dat zij uit het Maleisische onderwijs worden geweerd. Jaren geleden beseften de Chinezen al dat de Engelse taal het belangrijkste communicatiemiddel is met het buitenland. De Maleiers waren toen nog niet over hun koloniale verleden heen en vergaten liever de taal van hun overheersers. De beste gidsen zijn dan ook Chinezen, die op hun eigen scholen het Engels er flink hebben ingestampt.
Voor weinig geld slepen de gidsen de toeristen door het land. Met een paraplu tegen de felle zon beklimmen ze op het heetste uur van de dag de 272 treden naar de Batu Caves, een hindoestaanse bedevaartsplaats, historische moskeëen en tempels in Kuala Lumpur om daarna nog even te stoppen bij de tinfabriek of een van de vele batikwinkels. De zuidelijke kustplaats Malakka is zo ongeveer het 'koloniale' centrum van het land. Japanners, Nederlanders, Britten - ze willen allemaal graag zien en horen wat hun brute voorvaderen in dit land hebben uitgespookt. Alsof de tijd heeft stilgestaan houden de gidsen gedienstig een paraplu boven het hoofd van de Nederlanders die zuchtend en zwetend de heuvel opklimmen om de oerhollandse namen als Hendrik Klaas of Pieter Cornelis op de grafstenen te zien. De bestuurder van de trishaw, die beneden op zijn klanten wacht, is niet geinteresseerd in dit stukje geschiedenis. "U komt van Holland" , vraagt hij? "Goed land, Ruud Gullit is van jullie."
De Britten hebben nog het meeste achtergelaten in Maleisië. In vele steden zie je langs de weg nog de statige landhuizen liggen. De meeste staan er leeg en verwaarloosd bij. Dat is merkwaardig omdat er toch genoeg 'nieuwe rijken' zijn in het land die zo'n prachtig buitenhuisje makkelijk kunnen betalen. "Dat zouden ze ook graag willen" , vertelt een gids, "maar ze mogen niet verkocht worden. Die landhuizen zijn van Britse families die na de onafhankelijkheid naar Engeland zijn vertrokken. De ouders zijn meestal al dood en de kinderen hebben te weinig geld om het huis te onderhouden. Verkopen kunnen ze het niet, omdat hun ouders in het testament hebben gezet dat het huis alleen aan Britten verkocht mag worden."
De Maleisiërs beseffen dat ze niet eeuwig de multi-culturele samenleving aan de toeristen kunnen verkopen en daarom wordt er flink veel geld gestoken in het opzetten van recreatiegebieden langs de kust en op de vele eilanden. "We hebben prachtige grotten waar je heel wat grote vliegtuigen in kwijt zou kunnen" , zegt Bakri Shabdin met gevoel voor theater. "Alleen kan niemand er komen doordat ze nog steeds niet toegankelijk zijn gemaakt."
De Aziaten hebben ontdekt dat de natuur ook een goede markt is voor het toerisme. Vooral voor de Europese toeristen, die nogal wat moeite hebben om aan de hitte te wennen, worden de culturele bezienswaardigheden in de grote steden al snel een opgave. Ze willen de jungle in, wildwatervaren op de rivieren en op het strand liggen.
Aan de infrastructuur ligt het niet. De autoweg van noord naar zuid is bijna klaar, maar reizen was toch al geen probleem in Maleisië. Een treinkaartje van Kuala Lumpur naar het vierhonderd kilometer verderop liggende Penang kost slechts twintig gulden en ook het vliegen is spotgoedkoop. De Japanners vliegen in het weekeinde even over naar Maleisië om er te golfen en 's avonds in het zwembad van een vijfsterrenhotel te duiken. Het land ligt 'dicht bij huis', er is ruimte en alles is betaalbaar. In de peperdure hotels kost een overnachting gemiddeld 150 gulden, terwijl de vele low-budget hotels slechts een paar tientjes kosten.
Er is niet veel nodig om de toeristen de natuur te laten zien. In Langkawi, een groep van ruim honderd eilandjes ten westen van Maleisië, hoeven de hotelgasten maar een paar stappen te doen naar het strand, waar speedbootjes klaarliggen voor het 'eiland hoppen'. Met zwemvesten aan klampen ze zich onder een katoenen afdakje vast aan hun banken als de boot over het water scheert. De boot stuitert over de golven, en danst als een galopperend paard van het ene naar het andere eiland. Op het ene eiland loop je midden in de jungle, bij het volgende deelt de bemanning snorkels uit om in de zee te dobberen.
Vrees voor enge ziektes hoeven de toeristen volgens de directeur van het toeristenbureau niet te hebben. Zijn land is welvarend en heeft dus niet te lijden van die ziektes waar 'derde-wereldlanden' mee te kampen hebben. Hij vindt het dan ook onzin dat zijn gasten pillen slikken tegen malaria. Bij vlagen komt het nog wel voor, maar eigenlijk is Maleisië malariavrij verklaard. "Maleisië is vrij van aids en malaria" , beweert Bakri Shabdin stellig.
De eerste bewering kan onmogelijk kloppen, want dan zou Maleisië uniek zijn in de wereld. Dus toch ook maar malariapillen slikken.
Recente nieuwsberichten:
•
2016/01/14 Zoekoperatie naar MH370 stuit op scheepswrak 19e eeuw
•
2016/01/13 Voor het eerst overleg religieuze leiders in Maleisië
•
2016/01/13 Discussie over borstvoeding bereikt ook Maleisië
•
2016/01/08 Verwanten vermiste MH370 passagiers: Ze leven nog!
•
2016/01/06 Malaysia Airlines vliegt zonder bagage wegens tegenwind
•
2016/01/05 Koenders wil snel besluit over vervolging MH17-verdachten
•
2016/01/04 Zo'n twintig Russen weten wie BUK-raket op MH17 afschoot
•
2016/01/01 Maleisië: Israëlische zeilers bestaan niet op WK jeugd
•
2015/12/25 Circuit van Sepang dicht voor groot onderhoud
•
2015/12/24 Sultan van Brunei verbiedt Kerstmis
•
2015/12/24 Maleisië: ex-baas zedenpolitie de cel in om verkrachting
•
Eerder gepubliceerde berichten uit 1992
•
Links naar het nieuwsarchief